les 5 De microscoop

1 / 31
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui 
timer
3:00

Slide 2 - Slide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
Weet je nog wat een organisme is?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wel of geen organisme?
A
B
C
D
E
F

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Waaruit bestaat een organisme?

Slide 5 - Mind map

This item has no instructions

Organen van mensen
Orgaan:
Een deel van een
organisme
met een bepaalde taak.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Waaruit bestaan organen?

Slide 7 - Mind map

This item has no instructions

Cellen
Alle organismen bestaan uit cellen.
Alle organismen bestaan uit cellen.

rode bloedcellen
botcellen

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  1. 2.3.5 Je kent de onderdelen van een microscoop met hun functie.

  2. 2.3.6 Je kunt de vergroting van de microscoop uitrekenen.


Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen


2.3.7 Je kunt uitleggen wat een preparaat is.
*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

De microscoop

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

De microscoop

Wat kun je met een microscoop doen?

Hele kleine organismen of delen daarvan bekijken.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Video

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Oculairs en objectieven
oculairs
objectieven

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Totale vergroting
Totale vergroting:
vergroting oculair × vergroting objectief 

Bijvoorbeeld:
Met een oculair dat 10× vergroot en een objectief dat 4× vergroot, is de totale vergroting 10 × 4 = 40×.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Werken met de microscoop
Werken met de microscoop

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Het preparaat

Het voorwerp dat je met de microscoop bekijkt, heet het preparaat
Een preparaat bestaat uit een dik en een dun glaasje. Ertussen ligt wat je wilt bekijken.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

 Zo maak je een preparaat van wangslijmvlies

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

De vergroting van het oculair is 5x.
De vergroting van het object is 4x.
Hoeveel is de totale vergroting?
A
4x
B
9x
C
5x
D
20x

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heet de bovenste lens waardoor je kijkt bij een microscoop?
A
objectief
B
oculair
C
revolver
D
diafragma

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Waar pak je de microscoop vast?
A
grote schroef
B
kleine schroef
C
tafel
D
statief

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Waarmee kan je de afstand tussen de tafel en objectief snel veranderen?
A
grote schroef
B
kleine schroef
C
tafel
D
statief

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Aan de slag

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Nabespreking

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Delen van de microscoop
• Oculair: de bovenste lens waar je door kijkt.
• Tubus: de buis waarin het oculair zit.
• Statief: hieraan pak je de microscoop vast.
• Preparaatklemmen: hiermee klem je het preparaat vast.
• Grote schroef: hiermee beweeg je de tafel (of de tubus) snel omhoog of omlaag.
• Kleine schroef: hiermee kun je nauwkeurig scherpstellen.
• Revolver: hiermee kun je een ander objectief kiezen.
• Objectieven: de onderste lenzen.
• Tafel: hier leg je het preparaat op.
• Diafragma: hiermee regel je de hoeveelheid licht.
• Lamp: zorgt voor het licht.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Begrippen uit deze les
• Oculair: de bovenste lens waar je door kijkt.
• Tubus: de buis waarin het oculair zit.
• Statief: hieraan pak je de microscoop vast.
• Preparaatklemmen: hiermee klem je het preparaat vast.
• Grote schroef: hiermee beweeg je de tafel (of de tubus) snel omhoog of omlaag.
• Kleine schroef: hiermee kun je nauwkeurig scherpstellen.
• Revolver: hiermee kun je een ander objectief kiezen.
• Objectieven: de onderste lenzen.
• Tafel: hier leg je het preparaat op.
• Diafragma: hiermee regel je de hoeveelheid licht.
• Lamp: zorgt voor het licht.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Begrippen uit deze les

Slide 29 - Slide

This item has no instructions


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 30 - Open question

This item has no instructions


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 31 - Open question

This item has no instructions