De Koude Oorlog (1945-1989); 5.3 Internationale samenwerking




Koude Oorlog
5.3 Internationale samenwerking
1 / 29
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson




Koude Oorlog
5.3 Internationale samenwerking

Slide 1 - Slide

Het Oostblok is:
A
Communistisch
B
Kapitalistisch
C
Fascistisch

Slide 2 - Quiz

Wat is de kern van het kapitalisme?

Slide 3 - Open question

Wat is de meest voorkomende kleur van de communisten?

Slide 4 - Open question

Welk land is de "leider" van de kapitalisten?

Slide 5 - Open question

Van welk land was Hongarije een sattelietstaat?
A
Sovjet-Unie
B
Verenigde Staten

Slide 6 - Quiz

In welke invloedssfeer lag Cuba in 1945?
A
Sovjet-Unie
B
Verenigde Staten

Slide 7 - Quiz

Van welke politiek van de VS is de Marshallhulp een voorbeeld?

Slide 8 - Open question

De DDR is een stattelietstaat van de Sovjet-Unie
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

Op de afbeelding zie je:
A
Berlijnse muur
B
Bombardement Berlijn
C
Luchtbrug
D
Marshallhulp

Slide 10 - Quiz

Welke president was aan de macht tijdens de Hongaarse Opstand?
A
Chroetsjov
B
Gorbatsjov

Slide 11 - Quiz

Was de Hongaarse Opstand een succes voor de Hongaarse opstandelingen?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quiz

Welke president was aan de macht tijdens de Cuba Crisis?
A
Chroetsjov
B
Gorbatsjov

Slide 13 - Quiz

Welke president was aan de macht tijdens de Cuba Crisis?
A
Kennedy
B
Reagan

Slide 14 - Quiz

Was de Praagse Lente een succes voor de Tsjechieslowaakse opstandelingen?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quiz

Welk van de volgende gebeurtenissen was de laatste?
A
bouw Berlijnse Muur
B
Cubacrisis
C
Hongaarse Opstand
D
Praagse Lente

Slide 16 - Quiz

Leg uit dat doel en gevolg van de Hongaarse Opstand en Praagse Lente praktisch gelijk waren?

Slide 17 - Open question

Wat is het russische woord voor hervorming (van de economie)?

Slide 18 - Open question

Wat betekent glasnost?

Slide 19 - Open question

VN
  • Verenigde Naties hebben tot doel oorlog te voorkomen.
  • Permanente leden Veiligheidsraad: VS, SU, GB, Frankrijk en China.
  • Vetorecht: stemming tegen houden.

Slide 20 - Slide

VN
VN kan:
  • Besluit nemen (resolutie). Is weinig anders dan je mening geven.
  • Sanctie opleggen: straf geven.
  • Militairen sturen: doel: vrede bewaren en mensen beschermen.
  • UNICEF is onderdeel van de VN

Slide 21 - Slide

Europese Unie
  • Na WOII besluiten Europese landen dat samenwerking einde van oorlogen zal zijn:
  • EGKS: Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (NL, BE, Lux, Italie, Fra, BRD). Economische verbinding maakt oorlog minder waarschijnlijk. (1951)

Slide 22 - Slide

Europese Unie
  • Europese Economische Gemeenschap (EEG) opgericht om op meer manieren economisch samen te werken (1958).
  • 1967 EEG en EGKS worden samengevoegd tot Europese Gemeenschap (EG), hier willen meer landen lid van worden. EG  wordt hernoemd tot EU in 1993.

Slide 23 - Slide

VN is een wereldwijde organisatie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

Wie is geen permanent lid van de Veiligheidsraad?
A
China
B
Duitsland
C
Groot-Brittannie
D
Rusland

Slide 25 - Quiz

Unicef is onderdeel van de EU
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quiz

Welk van de volgende organisaties is de oudste?
A
EG
B
EEG
C
EGKS
D
EU

Slide 27 - Quiz

Welke organisatie zie je op de afbeelding?
A
EG
B
EEG
C
EGKS
D
EU

Slide 28 - Quiz

Wat ken en kun je na deze les:
  • Deelvraag: Waarom en hoe gingen landen in de tweede helft van de twintigste eeuw samenwerken?
  • Personen: x
  • Begrippen: EU, EG, EEG, EGKS, VN, vetorecht
  • Je kent de doelen van de VN en hoe ze dit kunnen uitvoeren
  • Je kunt de groei van EGKS naar EU benoemen en herkennen op kaarten.

Slide 29 - Slide