What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
MW 11.4. 4. Fall m voorzetsels
1 / 24
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
24 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
20 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
classroom
hzoe7tu
Lesson Up
formulier
Slide 2 - Slide
Programm Montag, 4.April
Fragen? Wünsche?
4de naamval -> persoonlijke voornaamwoorden
-> voorzetsels
Slide 3 - Slide
ich
du
er
wir
ihr
sie
sie
es
Sie
wij
jij
zij
jullie
het
hij
zij
ik
u
Slide 4 - Drag question
Persoonlijk voornaamwoorden
ik jij hij zij het wij jullie zij u
ich du er
sie es wir ihr sie Sie
Slide 5 - Slide
Persoonlijke voornaamworden
in de 4de naamval
Slide 6 - Slide
Er kauft Blumen für
mich
.
Hij koopt bloemen voor
mij.
Slide 7 - Slide
Persoonlijk voornaamwoord
4e
naamval
1e naamval:
ik jij hij zij het wij jullie zij u
ich du er
sie es
wir ihr
sie Sie
4e naamval:
mij jou hem haar het ons jullie hun/hen u
mich
dich ihn
sie es
uns euch
sie Sie
Slide 8 - Slide
mich
dich
ihn
uns
euch
sie
sie
es
Sie
ons
jou
haar
jullie
het
hem
hen
mij
u
Slide 9 - Drag question
Wat wordt de vorm van het persoonlijk voornaamwoord in de 4e naamval? Sleep het juiste antwoord.
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
euch
mich
dich
ihn/sie/es
uns
sie/Sie
Slide 10 - Drag question
Hören
Buch, Seite 13
A 2
er
Ich habe es
durch
ihn
erfahren.
ich
Er kauft Blumen
für
mich
.
ihr
Ich gehe
ohne
euch
einkaufen.
du
Ich gehe
um
dich
herum.
sie
Ich bin
gegen
sie
gestoßen.
Slide 11 - Slide
Voorzestels (Präpositionen)
durch
door
für
voor
ohne
zonder
um
om
gegen
tegen
Slide 12 - Slide
Vertaal de voorzetsels
door
voor
tegen
zonder
om
durch
für
gegen
ohne
um
Slide 13 - Drag question
Persoonlijk voornaamwoord 4e naamval
Wat betekent 'zonder jou' in het Duits?
A
gegen dich
B
ohne euch
C
ohne dich
D
ohne du
Slide 14 - Quiz
Persoonlijk voornaamwoord 4e naamval
Wat betekent 'om jullie' in het Duits?
A
ohne dich
B
um euch
C
um mich
D
ohne ihn
Slide 15 - Quiz
Persoonlijk voornaamwoord 4e naamval
Wat betekent 'voor hem' in het Duits?
A
für ihn
B
für sie
C
für er
D
für euch
Slide 16 - Quiz
Persoonlijk voornaamwoord 4e naamval
Wat betekent 'tegen ons' in het Duits?
A
eigen wir
B
eigen uns
C
gegen wir
D
gegen uns
Slide 17 - Quiz
Persoonlijk voornaamwoord 4e naamval
Wat betekent 'door haar' in het Duits?
A
durch ihr
B
durch sie
C
doch ihr
D
doch sie
Slide 18 - Quiz
Üben
Übung 1
Übung 2
Übung 3
Übung 4
Slide 19 - Slide
Sprechen
Seite 18
Aufgabe 9
Slide 20 - Slide
Sprechen
Plauderecke
Slide 21 - Slide
Sprechen
Seite 19
Übung 12
Slide 22 - Slide
Toll!!!
Jullie kennen de voorzetsels in de 4de naamval en kunnen daarna de juiste persoonlijke voornaamwoorden gebruiken. Jullie kunnen vragen over school stellen en beantwoorden.
Slide 23 - Slide
Hausaufgabe für Mittwoch, 6.4.
Lernen: K6 Wörterliste B
Machen: Kapitel 6 C8 (zie online planning)
B4 fertig machen im Buch
Slide 24 - Slide
More lessons like this
K2 les 2 grammatik + lezen
October 2024
- Lesson with
18 slides
Duits
Secondary Education
H2d 8.6.2021 Wh pers. vnw 4de
June 2021
- Lesson with
28 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
3 havo Kapitel 2 4 les DU 4
October 2024
- Lesson with
23 slides
Duits
Secondary Education
A2b 6.4. K6 C
April 2022
- Lesson with
28 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Persoonlijk voornaamwoord 3de 4de naamval
13 days ago
- Lesson with
38 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Persoonlijk voornaamwoord 3de 4de naamval
October 2024
- Lesson with
38 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
3 havo Kapitel 2 5 les DU 4
October 2024
- Lesson with
26 slides
Duits
Secondary Education
H2c 15.6.2021 Wh Akk. Der-Gruppe, pers. voornaamwoorden
June 2021
- Lesson with
29 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2