§3.2: Athene en Sparta (P.1)

Wat? Opdracht 7 + 8.
Hoe? Individueel of in tweetallen.
Duur? 6 minuten daarna bespreken.

Eerder klaar?
Maak opdracht 11 + 12.
timer
6:00
Huiswerk van §3.1! 
1 / 28
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Wat? Opdracht 7 + 8.
Hoe? Individueel of in tweetallen.
Duur? 6 minuten daarna bespreken.

Eerder klaar?
Maak opdracht 11 + 12.
timer
6:00
Huiswerk van §3.1! 

Slide 1 - Slide

§3.2: Athene en Sparta (P.1)

Slide 2 - Slide

Vorige leerdoel
Waarom hadden de Grieken contact  met andere volken in het Middellandse Zeegebied.

Slide 3 - Slide

Maak de tekst compleet.
Gebruik de volgende begrippen
kolonisatie - poleis - cultuur - Etrusken - bevolkingsgroei 
- Middellandse Zee 

De Griekse (1) begon rond 800 voor Christus. Grieken stichtten nieuwe (2) (stadstaten) in andere landen. Dit gebeurde omdat ze meer grond en voedsel zochten door (3). De Grieken brachten hun (4) met zich mee, zoals kunst en religie. In het westen kwamen ze in contact met de (5), waarmee ze in hout handelden. In het oosten handelden ze met de Egyptenaren. Dit leidde tot meer uitwisselingen van ideeën rond de (6).
timer
1:00

Slide 4 - Slide

Maak de tekst compleet.

De Griekse kolonisatie begon rond 800 voor Christus. Grieken stichtten nieuwe poleis (stadstaten) in andere landen. Dit gebeurde omdat ze meer grond en voedsel zochten door bevolkingsgroei. De Grieken brachten hun cultuur met zich mee, zoals kunst en religie. In het westen kwamen ze in contact met de Etrusken, waarmee ze in hout handelden. In het oosten handelden ze met de Egyptenaren. Dit leidde tot meer uitwisselingen rond de Middellandse Zee.

Slide 5 - Slide

Leerdoelen
Hoe ontstond de Atheense democratie?
Schrijf ALTIJD het leerdoel in je schrift op!
Wat waren de verschillen tussen 
Sparta en Athene?

Slide 6 - Slide

Tirannie in Athene
  • Athene rond 600 v Chr. is een aristocratie.🧑‍🤝‍🧑🧑‍🤝‍🧑

  • Tiran Peisistratos verjaagt aristocratie en geeft grond aan arme boeren, maar onderdrukt volk ook.🗡️😠

Weg ermee!


Slide 7 - Slide

burgers
vrije mensen
Onvrije mensen
vrouwen
kinderen
vreemdelingen
slaven
Geen burgers
Hadden GEEN stemrecht.
Inwoneraantal tussen de 300.000 en 340.000 mensen
Hiërarchie van Athene...

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Heerschappij 
van het volk
  • Alle Atheense mannen (burgers) mochten stemmen / besturen in de volksvergadering.👴🧔👨

  • Dagelijks bestuur: Raad van 500.

  • Een directe democratie.
        = ALLLE burgers mochten 
            meebeslissen.

Slide 10 - Slide

Directe democratie
= Iedere burger beslist mee.
Indirecte democratie
= Vertegenwoordigers beslissen.

Slide 11 - Slide

Heerschappij van het volk
burger
Inwoner die bepaalde rechten heeft, zoals het recht om mee te doen aan het bestuur.
volksvergadering
Vergadering van burgers over het bestuur.
directe democratie
Een democratie waarbij burgers zelf mee mogen praten en stemmen.

Slide 12 - Slide

Justice delivered!
- Ostracisme (schervengericht) 

- Democratie beschermen, 
   tirannie voorkomen.

- Naam op potscherf...
   -> Verbannen voor 10 jaar.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Athene
Sparta
Bestuur
Democratie
2 koningen + aristocratie
Opvoeding
Kunst, wetenschap, filosofie
Opgeleid tot soldaat.

Slide 15 - Slide

Verschillen tussen Athene en Sparta
Sparta: Monarchie, 2 koningen en een raad van oude mannen.
Jongens werden opgeleid tot soldaat
Harde maatschappij.

Athene: democratie
Jongens werden onderricht in lezen, kunst, muziek en sport. Zij moesten een burger worden.

Slide 16 - Slide

De samenleving van Sparta
Sparta als stadstaat:
  • Geen Akropolis
  • Lag op een open vlakte

Gevolg: extra sterk leger was nodig
Gevolg: mannen hielden zich alleen met militaire zaken bezig
Doel: opvoeden tot goede soldaten/gedisciplineerde mensen 

Slide 17 - Slide

Sparta


  • ook een volksvertegenwoordiging, maar minder macht dan in Athene
  • raad van 30 oude wijze mannen
  •  2 koningen: legeraanvoerders bij oorlog
  • 5 opzichters uit angst voor Tiran

Slide 18 - Slide

Wat? Opdracht 1, 3, 6a, 9.
Hoe? Individueel of in tweetallen.
Duur? 6 minuten daarna bespreken.

Eerder klaar?
Maak opdracht 8.
timer
6:00
Huiswerk van §3.2! 

Slide 19 - Slide

De Perzen vallen aan

Slide 20 - Slide

De Perzen vallen aan
Athene en Sparta werken samen om de Perzen te verslaan. De Perzen hadden Turkije veroverd en wilden daarna Griekenland innemen. (492-479 v.Chr.)

Sparta=landleger / Athene= Marine
bondgenootschap Een verbond van landen, groepen of personen die elkaar helpen in een oorlog.

Slide 21 - Slide

Oorlog in Griekenland
Athene ging zich steeds machtiger gedragen en onderwierp andere stadstaten onder haal controle.

Sparta wil voorkomen dat Athene gaat overheersen en er ontstaat een oorlog tussen twee Griekse bondgenootschappen: De Peloponesische oorlog

Slide 22 - Slide

Oorlog in Griekenland
Oorlog in Griekenland

Slide 23 - Slide

Waarom hadden de Grieken kolonies?
A
Ze wilden hun cultuur verspreiden.
B
In Griekenland was te weinig landbouwgrond. Mensen gingen daarom in andere gebieden wonen.
C
Hoe meer land, hoe meer macht. Ze wilden dus machtiger worden.
D
Ze wilden dat iedereen democratisch werd. Gebieden waarin de mensen dat niet wilden, werden voor straf veroverd.

Slide 24 - Quiz

Ik ben de heerser in deze polis omdat mijn vader dat ook was 
In deze polis nemen we de beslissingen met alle burgers samen
Ik weet wat het beste is voor deze polis. Goed dat ik hier de macht heb gegrepen! 
Laat dat besturen maar aan ons over. Wij hebben er verstand van en er de tijd voor 
Monarchie

Aristocratie
Tirannie
Democratie

Slide 25 - Drag question

Polis Athene
Niet in de polis Athene
Monarchie
Tiran
Democratie
Schervengericht
Aristocratie
Volksvergadering

Slide 26 - Drag question

In Sparta was het dagelijks leven anders. Wat past niet bij Sparta?
A
Vrouwen hadden nog minder rechten dan in Athene
B
Alles in de samenleving gefocust op oorlogvoering
C
In Sparta werden jongens vanaf 7 opgeleid tot militair
D
Spartaanse meisjes werden door hun moeder opgevoed

Slide 27 - Quiz

Aan de slag
Maak de opdrachten bij de 3.2

6, 8, 12 en 13

Slide 28 - Slide