Woordsoorten

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Woordsoorten

Doel: alle woordsoorten van een in benoemen

Werkwoord

Handelingen.

Dingen die je doet.

Ik ben geen vis zegt de eend.

Wat zijn de werkwoorden?
Herman graait geld uit de kassa.

Wat zijn de werkwoorden?
De gepoetste auto is beschadigd.

Lidwoorden

De, het en een.

Benoem de lidwoorden:
De kabouter heeft een mus het huis laten zien.

zelfstandig naamwoord

Mensen, dieren en dingen

staat vaak een lidwoord  voor!

Zelfstandig naamwoord

Eigennamen: Kees, Jannie en Gretha de Jong

Topografische namen: Nijl, Mount Everest en Ureterp

Namen van merken: Lays, Coca Cola en Univé 

Benoem de znw:
De gepensioneerde man koopt een café

Benoem de znw
In Maastricht vind je een winkel van Lego!

Bijvoeglijke naamwoorden

Geven een eigenschap (informatie) over een zelfstandig naamwoord.

De rode kat

Het foeilelijke schilderij

De auto is rood zegt de groene vogel.

Nederlands is het leukste vak van school!

Voorzetsel

Tijd: om 12 uur vanmiddag, kwart over drie, tijdens de winterslaap

Plaats: op de berg, naast het huis.

Richting: naar huis

Voorzetsel

... de kast

... het feest

In de kast, op de bovenste plank, naast de koekjes liggen snoepjes.

Tijdens de les mogen we niet naar het toilet.

Sinds gisteren werk ik op Ameland.

Persoonlijk voornaamwoord

Geeft aan dat het om een persoon gaat.

De persoon wordt niet genoemd!

Hij, zij, jullie, wij, ons.

Zij vraagt ons om een extra stuk chocolade.

Jullie leren toch wel?

Aan de slag!

Maken: Learnbeat 3.2 helemaal

Klaar? Nakijken!

Vragen: kom bij je docent