modalverben

Modalverben
hulpwerkwoorden
een uitleg
1 / 18
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Modalverben
hulpwerkwoorden
een uitleg

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Link

Vertaling
dürfen
mogen, toestemming hebben
können
kunnen
müssen
moeten(noodzaak)
sollen
moeten(bevel of wens van ander)
wollen
willen
wissen
weten
mögen
leuk/lekker vinden, houden van
möchten
graag willen
timer
2:00

Slide 3 - Slide

wissen
ich weiß
du weißt
er/sie/es weiß

Slide 4 - Slide

darf: Phillipp darf bis spät in die Disko gehen.
A
durft
B
mag
C
wil
D
moet

Slide 5 - Quiz

Mag: Philip mag es nicht, wenn er tanzen muss.
A
kan het niet
B
durft het niet
C
houd er niet van
D
wil het niet

Slide 6 - Quiz

Wisst: Wisst ihr eigentlich selbst was ihr nun wirklich wollt?

Slide 7 - Open question

wollt: Wisst ihr eigentlich selbst was ihr nun wirklich wollt?

Slide 8 - Open question

Könnt: Könnt ihr mir vielleicht helfen?

Slide 9 - Open question

soll: Ich weiß nicht was ich hier tun soll.

Slide 10 - Open question

Magst du Herr Schröder? Ich kann ihn echt nicht leiden!

Slide 11 - Open question

willen: Sven, ich __ jetzt nach Hause

Slide 12 - Open question

Lekker vinden: Linda ___ Obst

Slide 13 - Open question

Mogen: ____ wir einen Film gucken?

Slide 14 - Open question

Modale werkwoorden:
Er is vaak een klinkerwisseling tussen enkelvoud en meervoud
A
waar
B
niet waar
C
geen idee

Slide 15 - Quiz

Modale werkwoorden:
In het meervoud vervoeg je ze regelmatig
A
waar
B
niet waar
C
geen idee

Slide 16 - Quiz

Modale werkwoorden:
Achter de er/sie/es-vorm komt geen uitgang, net als in het Nederlands
A
waar
B
niet waar
C
geen idee

Slide 17 - Quiz

ik moet nog ...
de rijtjes leren
de juiste vertaling leren
vooral veel oefenen
de rijtjes leren, de vertaling en oefenen
ik moet niets meer. Ik kan dit

Slide 18 - Poll