Vertering

Vertering
Voedingsstoffen
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Vertering
Voedingsstoffen

Slide 1 - Slide

Korte herhaling VMBO
- Voedingsmiddelen
- Voedingsstoffen
- Functies voedingsstoffen
met verdere diepgang

Slide 2 - Slide

Leerdoel Voedingsstoffen 

Je kunt de kenmerken en functies noemen van zes groepen voedingsstoffen en van voedingsvezel

Slide 3 - Slide

Fotosynthese
Fotosynthese vindt plaats in de bladgroenkorrels. 

Nodig voor fotosynthese:
  1. Koolstofdioxide
  2. Water
  3. Zonlicht
Producten van fotosynthese:
  1. Glucose
  2. Zuurstof

Slide 4 - Slide

Glucose omzetten
Planten kunnen glucose omzetten in andere energierijke stoffen, zoals koolhydraten, eiwitten en vetten.

Dit zijn organische stoffen

Slide 5 - Slide

Scheikunde weergaven van een organische stof 
Structuurformule van glucose
C6H12O6
Op elke hoek zit een C atoom, in totaal 6. Er zijn zes O atomen en 12 H atomen
Ruimtelijk model van glucose
C6H12O6

Slide 6 - Slide

Glucose wordt omgezet in eiwitten, koolhydraten of vetten. De deeltjes van eiwitten heten aminozuren
20 verschillende aminozuren
  • 8 kan je lichaam zelf maken
  • 12 moet je uit je eten halen. Deze 12 heten essentiële  aminozuren.

Van losse aminozuren kun je 
nieuwe eiwitten maken.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Eiwitten/proteïnen
  • Bouwstoffen cytoplasma, membranen, 
  • Regelen transport van stoffen, overbrengen signalen
  • Dissimilatie (verbranding) van aminozuren die niet worden gebruikt geeft ureum
  • Te veel aan eiwitten wordt als brandstof gebruikt want je kunt eiwitten niet opslaan

Slide 10 - Slide

Welk soort eiwitten zorgt voor het overbrengen van signalen van de ene naar de andere cel?
A
Transporteiwitten
B
Hormonen
C
Receptoren
D
Enzymen

Slide 11 - Quiz

Welk soort eiwitten zorgt voor het vervoeren van stoffen door het celmembraan?
A
Transporteiwitten
B
Hormonen
C
Receptoren
D
Enzymen

Slide 12 - Quiz

Welk soort eiwitten zijn katalysator bij chemische omzettingen?
A
Transporteiwitten
B
Hormonen
C
Receptoren
D
Enzymen

Slide 13 - Quiz

De synthese van eiwitmoleculen vindt plaats in de
A
Celkern
B
Mitochondriën
C
Ribosomen
D
Lysosomen

Slide 14 - Quiz

Koolhydraten
 Bij de stofwisseling is meestal het zeer belangrijke glucose betrokken: vrijwel alle energie in cellen wordt geleverd door oxidatie van glucose.


Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Koolhydraten (sachariden)
  • Mono-, di-, en polysachariden

  • Brandstof (1g koolhydraat = 17kJ)

  • Gebruikt onder andere als bouwstof in DNA, RNA en in celmembranen

Slide 17 - Slide

Vezels
  • Voedingsvezels (o.a. cellulose), afkomstig uit celwanden, worden niet verteerd

  • Bevorderen darmwerking (darmperistaltiek) en stoelgang

  • Zorgen voor verzadigd gevoel

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Vetten/lipiden
  • Essentiele vetzuren dus via voedsel
  • Brandstof (1g vet = 38kJ)
  • Reserve-energiebron onder huid en rond organen
  • Warmte-isolerend
  • Bouwstoffen in membranen

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Water
  • als transportmiddel (groot bestanddeel van bloedplasma en cel)

  • zweten helpt regeling lichaamstemperatuur

  • bepaalt mede de osmotische waarde van intern milieu

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Vitaminen
  • Co-enzym, heel weinig nodig
  • Gebreksziekten
  • Provitaminen : hier kan je lichaam vitamine uit maken: 
       bijvoorbeeld beta-caroteen -> vitamine A (opgeslagen in lever)
  • Vitamine B en C oplosbaar in water, lichaam kan dit niet opslaan
  • Teveel vitaminen kunnen je ook ziek maken


Slide 26 - Slide

Leerdoelen B2

  • Je kunt de bouw, werking en functies van de verteringsorganen van de mens beschrijven en de relatie tussen bouw en functie uitleggen

  • Je kun verschillen en overeenkomsten herkennen tussen organen en orgaanstelsels van de mens en van verschillende diersoorten

Slide 27 - Slide