havo3 hfst8.3 de aarde en de maan Anke

Planning voor vandaag:
20 min: instructie over aarde en maan
30 min: zelf werken aan opdrachten
20 min: planetenrace
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Planning voor vandaag:
20 min: instructie over aarde en maan
30 min: zelf werken aan opdrachten
20 min: planetenrace

Slide 1 - Slide

Planning voor vandaag:
20 min: instructie over aarde en maan
40 min: zelf werken aan opdrachten
10 min:  slotvraag

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Hoe ontstaat het noorderlicht? 
Bedenk even stil voor jezelf hoe het noorderlicht ontstaat.

Slide 4 - Slide

Hoe ontstaat het noorderlicht? 
Noorderlicht ontstaat door reflectie van zonlicht op ijskristallen in de lucht. Het zonlicht wordt gebroken door de kristallen, waardoor het als gekleurd licht zichtbaar wordt aan de hemel.

Noorderlicht ontstaat wanneer geladen deeltjes van de zon in botsing komen met de atmosfeer van de aarde. Deze deeltjes zorgen voor lichtflitsen doordat ze energie afgeven aan de luchtmoleculen, vooral stikstof en zuurstof.

Noorderlicht ontstaat door de interactie van de aardmagnetosfeer met kosmische straling. Deze straling veroorzaakt licht bij de polen.

Slide 5 - Slide

8.3 De aarde en de maan
Je leert
- over maanfasen, verduisteringen en getijden

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

De maanfases

Slide 8 - Slide

Zons- en maansverduistering

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Eb en vloed

Springtij:  zon en maan staan op één lijn.
Doodtij:    lijnen van aarde-zon en aarde-maan staan loodrecht op elkaar. 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Opdrachten maken

paragraaf 8.3

route 1 (voor EM/CM): alles behalve N en +
route 2 (voor NG/NT): alles behalve M

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Astronomische eenheid
AE = astronomische eenheid = afstand aarde-zon 
= 1,50 x 1011 m = 1 AE

baanstraal Mars = rmars = 1,52 x AE = 1,52 x (1,50x1011
= 2,28 x 1011 m

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Planetenrace: welke planeet gaat het snelst?
Bereken per tweetal de snelheid van één van de planeten 
(gebruik tabel 8.4 op pagina 248 uit het boek) 
en schrijf het antwoord op het bord:

Slide 17 - Slide

Wat is het belangrijkste dat je vandaag geleerd hebt?

Slide 18 - Open question