Spreekvaardigheid h5 14/02

1 / 10
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 10 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Domein C: Gespreksvaardigheid

Subdomein C1: Gesprekken voeren
De kandidaat kan:
  • adequaat reageren in sociale contacten met doeltaalgebruikers;
  • informatie vragen en verstrekken;
  • uitdrukking geven aan gevoelens;
  • zaken of personen beschrijven en standpunten en argumenten verwoorden;  
  • strategieën toepassen om een gesprek voortgang te doen vinden.

Subdomein C2: Spreken
De kandidaat kan verworven informatie adequaat presenteren met het oog op doel en publiek, en daarbij zaken of personen beschrijven en standpunten en argumenten verwoorden.

Slide 2 - Slide

Leesdoelen : 

  • uitspraak oefenen 
  • informatie vragen en verstrekken
  • uitdrukking geven aan gevoelens
  • strategieën toepassen om een gesprek voortgang te doen vinden.



Slide 3 - Slide

Les starter : Oefen in groepjes van 2 de volgende tongbrekers (controleren we na afloop samen) 

In het Frans heten ze virelangues een zin, spreuk of versje dat bedacht is om je tong (la langue) te laten ‘rollen’ (virer). Versprekingen gegarandeerd dus! En uiteraard is het de bedoeling dat je zin in een steeds hoger tempo opzegt.
1. Un plat plein de pâtes plates
Betekent: Een bord vol platte pasta

2. Croque quatre crevettes crues et quatre crabes creux
Betekent: Bijt in vier rauwe garnalen en vier holle krabben.

3. Si ton tonton tond ton tonton, ton tonton sera tondu par ton tonton
Betekent: Als jouw oom jouw oom scheert, zal jouw oom geschoren worden door jouw oom

4. Ta tante t’attend dans ta tente
Betekent: Je tante wacht op je in je tent.

5. Seize chaises sèchent
Betekent: Zestien stoelen drogen.

6. Un chasseur sachant chasser doit savoir chasser sans son chien
Betekent: Een jager die kan jagen moet ook kunnen jagen zonder zijn hond.

timer
5:00

Slide 4 - Slide

Wanneer je met iemand een gesprek voert in het Frans, kan het gebeuren dat je niet op een woord kunt komen of dat je je gesprekspartner niet direct begrijpt. Daar kun je op een handige manier mee omgaan
Welke strategieën kun je bedenken?

--> Kijk naar het document "Praktische zinnen en strategieën" op de teams, p. 13
timer
3:00

Slide 5 - Slide

Décrire des objets (Objecten beschrijven) --> In groepjes van 2
Elk lid van de groep heeft een foto (die de ander niet ziet). Zonder het woord te gebruiken, moet je de andere persoon lN HET FRANS, laten raden wat het is

Vertel in je beschrijving (indien mogelijk):
  • dat het een voorwerp is;
  • hoe het eruitziet, wat de vorm is (klein, groot, rechthoekig, vierkant, rond);
  • van welk materiaal het voorwerp is gemaakt;
  • wat de functie ervan is;
  • welke bijzondere kenmerken het heeft.
  • Maak bij de beschrijving gebruik van de hulpwoorden bij de afbeelding en van de strategieën onder de theorieknop.
timer
7:00
--> papagaai (perroquet) 

Slide 6 - Slide

Dezelfde oefening, zonder "hulp woorden"
Elk lid van de groep heeft een foto (die de ander niet ziet). Zonder het woord te gebruiken, moet je de andere persoon lN HET FRANS, laten raden wat het is

Vertel in je beschrijving (indien mogelijk):
  • dat het een voorwerp is;
  • hoe het eruitziet, wat de vorm is (klein, groot, rechthoekig, vierkant, rond);
  • van welk materiaal het voorwerp is gemaakt;
  • wat de functie ervan is;
  • welke bijzondere kenmerken het heeft.
timer
5:00
--> papagaai (perroquet) 

Slide 7 - Slide

Conversation (gesprek) - se présenter (stel jezelf voor) --> In groepjes van 2 (jullie magen wisselen)
--> Jullie kunnen het document gebruiken voor teams (praktische zinnen)
Stel de volgende vragen in het Frans aan je klasgenoot (die in het Frans antwoordt) en maak aantekeningen. 
Verander dan van rol. 
Schrijf ten slotte, met behulp van je aantekeningen (en het sjabloon op padlet), een korte tekst om je vriend voor te stellen. 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video