This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.
Ontleden betekent dat je iets in logische stukjes verdeelt
en daarna aan ieder stukje een naam geeft.
In een les biologie leer je bijvoorbeeld dieren ontleden
(kop, lijf, poten, staart).
In een les Nederlands leer je zinnen ontleden.
Een zin kan je op twee manieren ontleden.
Hierbij verdeel je de zin in zinsdelen.
Zinsdelen zijn groepjes woorden in de zin die bij elkaar horen. Vervolgens geef je die zinsdelen een naam.
Namen van zinsdelen zijn bijvoorbeeld persoonsvorm, onderwerp en gezegde.
Hierbij bepaal je voor elk woord tot
welke woordsoort het behoort.
Namen van woordsoorten zijn bijvoorbeeld lidwoord, werkwoord en zelfstandig naamwoord.
Als je een andere taal dan het Nederlands moet leren, is kennis van ontleden ook heel handig. Je kan dan gebruik gaan maken van de overeenkomsten tussen talen.
Er zijn drie lidwoorden:
- de
- het ('t)
- een ('n)
De en het zijn bepaalde lidwoorden.
Een is een onbepaald lidwoord.
Woorden voor:
mensen
dieren
planten/natuurverschijnselen
dingen/gevoel
(eigen) namen
- heeft meestal een enkelvoud en een meervoud
(vriend - vrienden)
- kan vaak klein of groot gemaakt worden
(taart - taartje)
- staat vaak met een lidwoord geschreven
(de klas, een boek, het paard)
- werkwoorden = doe-woorden
- zegt wat iets of iemand doet of overkomt
- kan vervoegd worden (kan verschillende vormen hebben)
We use cookies to improve your user experience and offer you personalized content. By using Lessonup you agree to our cookie policy.