Ieder woord uit de zin kun je een naam geven. Jullie moeten de volgende woordsoorten kennen:-werkwoord = doe-woord
-zelfstandignaamwoord = mens, dier, ding, plant, namen
-lidwoord = de, het, een
-bijvoeglijk naamwoord= vertled iets extra's over een zn
-voorzetsel = denk aan "de kast"!!