Ordenen = het indelen in groepen op basis van gemeenschappelijke kenmerken
Kenmerken = waaraan je iets herkend.
Slide 15 - Slide
In welke groepen deel je organismen in?
Kenmerk > iets waaraan je een organisme herkent
Ordening van alle organismen in vier rijken
- Plantenrijk > meestal groen - Dierenrijk > meestal goed voortbewegen - Schimmelrijk > paddenstoelen of pluizige draden - Bacterierijk > niet met het blote oog zichtbaar
Slide 16 - Slide
De 4 rijken hebben elke andere cellen
cel = bouwsteen van organisme
Bij het ordenen van de organismen is gekeken naar de bouw van de cellen:
Slide 17 - Slide
De 4 rijken
Slide 18 - Slide
Inzoomen Dierenrijk
Slide 19 - Slide
Ordening dierenrijk
Slide 20 - Slide
Gewervelde dieren en niet gewervelde dieren
Slide 21 - Slide
GEWERVELDEN
Slide 22 - Slide
Gewervelden
Gewervelden hebben WEL een inwendig skelet
Slide 23 - Slide
De Gewervelden
Slide 24 - Slide
Gewervelden Quiz
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
Ongewervelden = hebben geen wervelkolom
Slide 29 - Slide
Ongewervelden
Ongewervelden = dieren zonder wervelkolom, hebben andere manieren om hun lichaam steun en vorm te geven
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Slide
Aan het werk
Paragraaf 1.1 organismen indelen
Maken opdracht 1 t/m 10
BEN JE KLAAR?
Het werk nakijken via het digitale flexboek.
timer
10:00
Slide 32 - Slide
Deze morgen:
- Dagopening
- Het lesdoel
- Korte terugblik
- Uitleg
- Aan de slag
Slide 33 - Slide
1.1 Organismen indelen les 2
Lesdoel(en) van deze les:
Je kunt aan elkaar uitleggen wat ongewervelde dieren zijn en je kunt er minimaal 3 benoemen.
Je weet wat het woord determineren betekent en je kunt werken met een zoekkaart of determineertabel
Slide 34 - Slide
Terugblik:
Wat betekent ordenen? en Waarom ordenen?
Slide 35 - Slide
Wat is dan een soort?
Dieren zijn een soort van elkaar als ze:
Vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen.
Slide 36 - Slide
Ordenen in het dierenrijk
Vorige week:
Gewervelde dieren
Ongewervelde dieren:
Eencellige dieren (bestaan uit één cel, leven in water, bijv. pantoffeldiertje) Sponzen (skelet van naalden, leven in zee op de bodem, bijv. buisspons) Holtedieren (geen skelet, tentakels, leven in zee, bijv. kwallen) Stekelhuidigen (knobbels of stekels op huid, leven in zee, bijv. zeester) Wormen (geen skelet, lichaam lang en dun, bijv. regenworm) Weekdieren (zacht lichaam, vaak huisje of schelp, bijv. slak of mossel) Geleedpotigen (exoskelet, lijf en poten bestaan uit meerdere delen, bijv. spin
Slide 37 - Slide
Gewervelden:
Slide 38 - Slide
Ongewervelden = hebben geen wervelkolom
Slide 39 - Slide
Gewervelde dieren
Dieren met een wervelkolom
Ze hebben een inwendig skelet
Ongewervelde dieren
Dieren zonder wervelkolom
Slide 40 - Slide
Ongewervelde dieren
Slide 41 - Slide
Slide 42 - Video
Slide 43 - Video
Slide 44 - Video
Opdracht ordenen stam gewervelden en ongewervelden
Leeuw
Aap
Inktvis
Krab
Schorpioen
Mens
Bacterie
Oktopus
Kwal
Slide 45 - Slide
Determineren ?? Wat is dat
Slide 46 - Slide
Hoe zoek je de naam van een organisme? op?
Slide 47 - Slide
Determineren
Determineren = Het opzoeken van een naam van een organisme. Het ordenen en indelen van organismen.
Dit doe je aan de hand van de kenmerken > iets waaraan je een organisme herkent.
Bijv. vorm lichaam, soort huid, aantal poten, etc. - Gebruik een zoekkaart of een determineertabel - Flora voor planten - Blz. 16 / bron 7 & 8
Slide 48 - Slide
Determineren bij planten
- Welke kenmerken heeft het blad?
- Determineren doe je met een zoekkaart of een determineertabel
- Oplossing: Wat voor soort boom is het?
Slide 49 - Slide
Aan het werk
Paragraaf 1.1 organismen indelen
Maken + huiswerk opdracht 1 t/m 17
BEN JE KLAAR?
Het werk nakijken via het digitale flexboek.
timer
10:00
Slide 50 - Slide
En waarom?
- Niet iedereen is geïnteresseerd in de natuur..
- We leven nu eenmaal op de wereld...
- We zijn afhankelijk van, dus begrijpen EN beschermen..
- Bijdrage aan je eigen kijk en jou beleving op de natuur.