Les 38. Spelling p.4 Bijvoeglijk naamwoord

O2B4 Welkom!
Ga direct op je plaats zitten in stilte
Op je eigen plek!
Laptops DICHT op je tafel.

1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with text slides.

Items in this lesson

O2B4 Welkom!
Ga direct op je plaats zitten in stilte
Op je eigen plek!
Laptops DICHT op je tafel.

Slide 1 - Slide

Doel
Je leert bijvoeglijke naamwoorden spellen

Slide 2 - Slide

Spelling
Toets, over 3 weken

Spelling, Formuleren en woordenschat

Slide 3 - Slide

Spelling leerjaar 1
Hoofdletters
Eindletter -d -t
Meervoud
Verkleinwoorden

Slide 4 - Slide

Spelling leerjaar 2
Hoofdletters
Leestekens
Bijvoeglijk naamwoord
Meervouden
Verkleinwoorden

Slide 5 - Slide

Bijv.nw.
De meeste bijvoeglijke naamwoorden hebben een 
korte vorm (zonder -e) en een lange vorm (met -e):
lekker: het toetje is lekker; het lekkere toetje; een lekker toetje;
lang: de vakantie is lang; de lange vakantie; een lange vakantie.

Zo maak je de lange vorm van een bijvoeglijk naamwoord
Zet een -e achter het woord: klein → kleine; sterk → sterke; nieuw → nieuwe.

Slide 6 - Slide

Let op, soms moet je ook:
een -f- in een -v- veranderen: lief → lieve; actief → actieve;

een -s- in een -z- veranderen: grijs → grijze; serieus → serieuze;

de laatste letter (medeklinker) verdubbelen: fris → frisse; glad → gladde;

een a, e, o of u (klinker) weghalen: langzaam → langzame; zuur → zure.

Slide 7 - Slide

Stoffelijke bijv.nw.
Stoffelijk: waarvan iets gemaakt is.
Stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden eindigen op -en of veranderen helemaal niet:

wol: de trui is van wol; de wollen trui; een wollen trui;
plastic: het tasje is van plastic; het plastic tasje; een plastic tasje.

Slide 8 - Slide

Video
Kijk mee.

Slide 9 - Slide

Aan het werk!
Cursus 7 - Spelling - Paragraaf 4 - Bijvoeglijk naamwoord
opdrachten 1 2 3 4 5 6   10 11 12
timer
1:00

Slide 10 - Slide

Wat hebben we geleerd?

Slide 11 - Slide

Tot morgen!

Slide 12 - Slide