spelling H2H3 V3 2e les

timer
10:00
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

timer
10:00

Slide 1 - Slide

woorden van de week
coalitie = samenwerking; verbond tussen (politieke) partijen
Na verkiezingen is het altijd een ingewikkelde puzzel om een coalitie te vormen.

bijval krijgen = goedkeuring krijgen
Het idee van mijn neefje om een familiedag te organiseren kreeg bijval van de meeste familieleden.

Slide 2 - Slide

woorden van de week
afbakenen = grenzen aangeven (letterlijk en figuurlijk!)
Als je het te druk hebt, is het belangrijk dat je je werkzaamheden afbakent en ook regelmatig rust probeert te nemen.
t.g.v. = ten gevolge van; ter gelegenheid van
We wilden t.g.v. de verjaardag van oma een feestje organiseren, maar oma ligt t.g.v. een val in het ziekenhuis.

Slide 3 - Slide

deze les
  • boekenpitch Bo en Merith
  • wie de volgende keer?
  • uitleg H3 spelling 
  • afmaken H2 en H3 spelling digitaal (werkwoorden is optioneel)
    = huiswerk 30 november (29 november vervalt de les)

Slide 4 - Slide

met of zonder -n?
1. Verwijst het naar personen?
2. Staat er geen zelfstandig naamwoord achter?
2x JA = met -n

Enkele personen hebben hun huiswerk niet gemaakt.
Enkelen hebben hun huiswerk niet gemaakt.
Van alle paarden hebben sommige honger.


Slide 5 - Slide

Wat is de juiste schrijfwijze?

Julia koopt ......... tijdschriften per week.
A
zes
B
6

Slide 6 - Quiz

Filmpje
Uitleg over de schrijfwijze van getallen

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Samengevat:
Je schrijft getallen in letters voor: 
- getallen tot twintig: twee, negen, zeventien, achtste, de negentiende eeuw;
- tientallen tot honderd: twintig, vijftig, tachtigste;
- honderdtallen tot duizend: driehonderd, negenhonderd;
- duizendtallen tot en met twaalfduizend: zesduizend, tienduizendste; 
- de woorden miljoen, miljard, biljoen, enz. en: vier miljoen, zeven miljardste.

Slide 9 - Slide

Samengevat:
Je schrijft getallen in cijfers voor: 
      - getallen boven de twintig
      - maten                                       -  bedragen
      - gewichten                              -  telefoonnummers
      - data                                           -  percentages
      - exacte tijdstippen



Slide 10 - Slide

Samengevat:
Let op!
    -  Je schrijft breuken los: een vierde (1/4)
        Behalve in een samenstelling (tweekwartsmaat, tweeënhalf)
   -   Als in een zin twee regels door elkaar lopen dan gebruik je beide keren              cijfers. 
   -   Bij grote ronde getallen in een lopende tekst combineer je cijfers en                    letters.
   -   Bij klinkerbotsing krijgen getallen in letters een trema (drieënhalf).

Slide 11 - Slide


Otto speelde met .......... vrienden een potje Fortnite.
A
21
B
een en twintig
C
éénentwintig
D
eenentwintig

Slide 12 - Quiz


De staatsgreep vond plaats op ..........
A
vijftien mei negentieneenenzestig
B
15-5-1961
C
15 mei negentieneenenzestig
D
15 mei 1961

Slide 13 - Quiz


Om ...................... had ik een afspraak
A
2 uur
B
14:00 uur
C
twee uur
D
veertien uur

Slide 14 - Quiz

Hoewel ik om 14:00 uur een afspraak had, moest ik .............. wachten op de orthodontist.
A
2 uur
B
14:00 uur
C
twee uur

Slide 15 - Quiz

aan de slag!

  • maak spelling H2 spelling af
  • ga daarna verder met H3 spelling
  • maak de startopdracht
  • lees nog eens aandachtig de theorie
  • je maakt alle opdrachten (optioneel werkwoorden)
  • huiswerk 30 november: spelling H2 en H3 digitaal af

Slide 16 - Slide

wat vind je nog lastig in spelling H2 en H3

Slide 17 - Mind map