6.1 vergrotingsfactor

H6: Vergroten 
1 / 33
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

H6: Vergroten 

Slide 1 - Slide

Wat leer je in dit hoofdstuk?
  • Je leert wat een vergrotingsfactor is
  • Je leert wat een verkleiningsfactor is
  • Je leert hoe je kunt rekenen met een vergrotingsfactor
  • Je leert hoe je kunt rekenen met schaal en schaallijn
  • Je leert wat gelijkvormigheid is 

Slide 2 - Slide

Belangrijk:
Lengte = langste zijde
Breedte
Van cm naar m


Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

§6.1 Vergrotingsfactor
Als je iets wilt vergroten wil dit zeggen dat je ALLE maten van een figuur vergroot.

Belangrijke begrippen:
Origineel (oud) en beeld (nieuw). 
Vergrotingsfactor = lengte beeld : lengte origineel

Slide 5 - Slide

Voorbeeld
AB = 2 cm (origineel)
A'B' = 3 cm (beeld)

vergrotingsfactor = 3 : 2 = 1,5 


Vergrotingsfactor = lengte beeld : lengte origineel

Slide 6 - Slide

Vergrotingsfactor
Bereken de vergrotingsfactor. 
Het 1e plaatje is het origineel. 

4,5 : 3 = 1,5
De vergrotingsfactor is dus 1,5
Vergrotingsfactor = lengte beeld : lengte origineel

Slide 7 - Slide

Aan de slag:
Blz 57
Som 1 tot 10
niet af is huiswerk.

Slide 8 - Slide

Vervolg 6.1
Vandaag:
Nakijken
Rekenen met vergrotingsfactor
Verkleinen

Slide 9 - Slide

Voorbeeld vergrotingsfactor berekenen

  • Bereken de vergrotingsfactor. 
  • Het 1e plaatje is het origineel. 
  • Lengte origineel = 5 cm
  • Lengte beeld = 7,5 cm 
  • 7,5 : 5 = 1,5
  • De vergrotingsfactor is dus 1,5
Vergrotingsfactor = lengte beeld : lengte origineel

Slide 10 - Slide

Verkleinen (= vergroten)
Bij het verkleinen van een figuur heb je ook te maken met een origineel en een beeld.
Om de 'vergrotings'factor te bepalen gebruik je dezelfde formule: 
beeld : origineel

4 : 8 = 0,5
Je vergrotingsfactor = 0,5

Slide 11 - Slide

Verkleining
Als de uitkomst 0,5 is..
Dit is kleiner dan 1, dat betekent dus dat de figuur kleiner wordt, dat zie je ook in het beeld.

Dus...... een verkleining noem je een vergroting, omdat de vergrotingsfactor kleiner is dan 1.

Slide 12 - Slide

Verkleinen voorbeeld

Slide 13 - Slide

Verkleinen voorbeeld
Figuur A'B'C' is een verkleining
van figuur ABC.
Bereken de vergrotingsfactor.
  1. Meet een lengte van het origineel.
  2. Meet een lengte van het beeld.
  3. Gebruik de formule:
Vergrotingsfactor = lengte beeld : lengte origineel

Slide 14 - Slide

Wat is de vergrotingsfactor?

Slide 15 - Open question

Verkleinen voorbeeld
Figuur A'B'C' is een verkleining
van figuur ABC.
Bereken de vergrotingsfactor.
  1. AC = 3 cm
  2. A'C'= 1,5 cm

Slide 16 - Slide

Verkleinen voorbeeld
Figuur A'B'C' is een verkleining
van figuur ABC.
Bereken de vergrotingsfactor.
  1. AC = 3 cm
  2. A'C'= 1,5 cm
  3. vergrotingsfactor = 1,5 : 3 = 0,5

Slide 17 - Slide

Belangrijke reminder:
Lengte = langste zijde
Breedte
Van cm naar m, km, mm etc.
100% is t zelfde als vergrotingsfactor 1, want het word 1x zo groot.
150% = 1.5
50%= 0.5 .. dus een verkleining

Slide 18 - Slide

Aan de slag:
Blz 62
som 8 tm/t 17

Slide 19 - Slide


Hoofdstuk 6 Vergroten en verkleinen
6.1 C Vergrotingsfactor en tekenen

Slide 20 - Slide

Leerdoel
Aan het eind van de les kun je de vergrotingsfactor gebruiken om te tekenen.

& Herhaling

Slide 21 - Slide

§6.1 Vergrotingsfactor
Als je iets wilt vergroten wil dit zeggen dat je ALLE maten van een figuur vergroot.

Belangrijke begrippen:
Origineel (oud) en beeld (nieuw). 
Vergrotingsfactor = lengte beeld : lengte origineel

Slide 22 - Slide

Verkleinen voorbeeld
Figuur A'B'C' is een verkleining
van figuur ABC.
Bereken de vergrotingsfactor.
  1. AC = 3 cm
  2. A'C'= 1,5 cm
  3. vergrotingsfactor = 1,5 : 3 = 0,5

Slide 23 - Slide

Vergrotingsfactor en tekenen
Opgave
Teken het beeld van       KLM.
Neem als vergrotingsfactor 3.


                  Alles wordt 3x groter!

Slide 24 - Slide

Vergrotingsfactor en tekenen
Aanpak:
  • Begin met de zijde waar je de hokjes kunt tellen.
       Hier is dat KL. KL = 3, dus K'L' = 3 x 3 = 9 cm.
  • Tel hoeveel hokjes je van K naar M moet.
       Hier is dat 1 naar rechts en 1,5 omhoog.
       Dus van K' naar L' is 3 x 1 =3 naar rechts 
       en 3 x 1,5 = 4,5 omhoog.
  • Teken punt M' en maak de driehoek af.

Bij verkleinen werkt het precies hetzelfde!

Slide 25 - Slide

Bij een vergroting alle lengtes met hetzelfde getal vermenigvuldigen

Slide 26 - Slide

Hoeken blijven bij vergroten allemaal even groot

Slide 27 - Slide

vergrotingsfactor/factor:
Het getal waarmee je een figuur vermenigvuldigd om de vergroting te krijgen
Te berekenen met een pijlenketting:
Lengtematen origineel
x  vergrotingsfactor 
Lengtematen vergroting

Slide 28 - Slide

Een foto heeft een breedte van 5 cm. De foto wordt vergroot met een factor 6, Wat is de breedte van de vergroting?
Lengtematen origineel
x  vergrotingsfactor 
Lengtematen vergroting
5 cm
x 6
30 cm

Slide 29 - Slide

Vergrotingsfactor berekenen
B

A
Driehoek B is een vergroting van driehoek A
Bereken de factor.
Lengtematen origineel
x factor
Lengtematen vergroting
x factor
4 cm
5 cm
Bereken de factor door het achterste getal te delen door het voorste getal :
Factor = 5 : 4 = 1,25
 

Slide 30 - Slide

Bereken de factor van laptop naar scherm

Slide 31 - Slide

Bereken de factor van laptop naar scherm
Breedte laptop in cm
Breedte scherm in cm
x factor
x factor
32 cm
160 cm
Factor = 160 : 32 = 5

Slide 32 - Slide

Aan de slag:
Blz 66
Opdracht 18 t/m 24 + L1, L2 & L3

Slide 33 - Slide