• Controleer het wasgoed.• Haal zakken in broeken en hemden leeg.
• Doe ritsluitingen dicht om te voorkomen dat ze ander wasgoed beschadigen of dat de ritsen stukgaan.
• Keer kledingstukken binnenstebuiten om te voorkomen dat ze vaal worden.
• Repareer kleding als er iets kapot is. Anders gaan ze door het wassen nog meer kapot.
• Verwijder eerst vlekken.
• Maak ceinturen en gespen los.
• Stroop mouwen af en haal sokken uit elkaar.