Terugblik Meervoud, Trappen van Vergelijking en Question Tags

Welcome :)

How are you?
1 / 21
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welcome :)

How are you?

Slide 1 - Slide

Doelen
Aan het einde van de les weet je hoe je in het Engels trappen van vergelijking gebruikt. Je kunt dit zelf toepassen in zinnen.

Slide 2 - Slide

Vergelijken in het Nederlands
Zij is groot  
hij is groter  (vergrotende)
zij zijn het grootst (overtreffende trap)

Slide 3 - Slide

Hoe maak je de vergrotende trap?

+ er  (korte woorden)
She is big, but he is bigger.

More   (lange woorden)
Jan is more beautiful than Piet is.
Hoe maak je de overtreffende trap?

+ est         (korte woorden)
They are the biggest.

Most      (lange woorden)
That is the most exciting news I got so far. 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Uitzonderingen
De drie belangrijkste:

Good / better / best
Bad / worse / worst
Little / less / least

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

The teacher likes to have the ___ talks.
A
dull
B
duller
C
dullest

Slide 15 - Quiz

Michael Jackson was the
___ singer ever .
A
great
B
greater
C
greatest

Slide 16 - Quiz

Als een woord 2 of meer lettergrepen heeft, zet ik er het volgende voor:
A
most
B
more, morest
C
more
D
more, most

Slide 17 - Quiz

Welk rijtje klopt niet?
A
nice - nicer - nicest
B
happy - happier - happiest
C
bad - badder - baddest
D
beautiful - more beautiful - most beautiful

Slide 18 - Quiz

Welk rijtje is juist?
A
Good - Better - Best
B
Good - Gooder - Goodest
C
Beautiful - Beautifuler - Beautifulest
D
Small - More small - Most small

Slide 19 - Quiz

My dad is the ___ dad ever!
A
good
B
goodest
C
better
D
best

Slide 20 - Quiz

Homework -
 Unit 2, lesson 5 writing
Exercise 2 on page 73 and 74
Exercise 4 on page 76
Exercise 5 on page 76
Exercises 6,7 and 8 on page 77
Exercise 9 on page 78



Slide 21 - Slide