1.6 Reductiedeling (meiose)

1.6 Reductiedeling (meiose)
1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

1.6 Reductiedeling (meiose)

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Les vandaag
Opdrachten bespreken (15 minuten)
Herhalen vorige les (10 minuten)
Uitleg basisstof 1.6 (Meiose) (20 minuten)
Oefenen met opdrachten (15 minuten)
Bespreken opdracht (10 minuten)
Afsluiting (5 minuten)

Slide 3 - Slide

Wat gebeurt er tijdens de plasmagroei?
A
Het cytoplasma deelt zich in tweeën
B
De chromosomen worden korter en dikker
C
De DNA-ketens van elk chromosoom gaan uit elkaar
D
De nieuwe cellen vormen extra cytoplasma en worden groter

Slide 4 - Quiz

Wat gebeurt er tijdens de celdeling?
A
De DNA-ketens rollen zich op in een spiraal
B
De nieuwe cellen vormen extra cytoplasma
C
De chromosomen worden gekopieerd
D
Tussen de kernen van beide dochtercellen ontstaan twee celmembranen

Slide 5 - Quiz

Wat gebeurt er tijdens de kerndeling?
A
De twee DNA-ketens van elk chromosoom gaan uit elkaar
B
De celkern deelt zich in tweeën
C
Het cytoplasma deelt zich in tweeën
D
De celkern wordt verdubbeld

Slide 6 - Quiz

Wat is de eerste stap van de gewone celdeling?
A
Kerndeling
B
Spiraliseren
C
Celdeling
D
Kopiëren

Slide 7 - Quiz

Hoe ontstaan nieuwe cellen?
A
Door celfusie
B
Door celdood
C
Door celdifferentiatie
D
Door celdeling

Slide 8 - Quiz

Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven wat het doel is van reductiedeling (meiose) en hoe het proces verloopt. 
  • Je kunt de verschillen in de bouw van zaadcellen en eicellen noemen.
  • Je kunt beschrijven hoe geslachtschromosomen het geslacht van een mens bepalen.

Slide 9 - Slide

Het doel van reductiedeling is het vormen van geslachtscellen.

Slide 10 - Slide

De geslachtscellen

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Reductiedeling (meiose)
  • Een geslachtscel van een mens bevat 23 chromosomen.

  • Dit komt omdat geslachtscellen ontstaan na een speciale celdeling: reductiedeling (=meiose). 

  • Geslachtscellen bevatten maar één chromosoom van elk chromosomenpaar van de moedercel.

Slide 13 - Slide

Reductiedeling in 6 stappen 
  • Stap 1: Kopiëren van de chromosomen. Van elke DNA-keten ontstaat een tweede (kopie).
  • Stap 2: Spiraliseren van de chromosomen. De DNA-ketens worden korter en dikker. De chromosomen zijn nu zichtbaar.

Slide 14 - Slide

Reductiedeling in 6 stappen 
Stap 3: Het kernmembraan verdwijnt. De chromosomen gaan in het midden van de cel liggen en de chromosomen paren gaan uit elkaar
Tekst

Slide 15 - Slide

Reductiedeling in 6 stappen 
Stap 4: Celdeling 1. De cel deelt zich.
In elke dochtercel zit nu één 
chromosoom met twee DNA-ketens.

Slide 16 - Slide

Reductiedeling in 6 stappen 
Stap 5: De twee DNA-ketens van elk 
chromosoom gaan uit elkaar.


Slide 17 - Slide

Reductiedeling in 6 stappen 
Stap 6: Celdeling 2. 

Er zijn vier cellen ontstaan. 

Per cel komt elk chromosoom slechts 
één keer voor.

Slide 18 - Slide

Overzicht

Slide 19 - Slide

Welke van de volgende uitspraken is juist?
A
Zaadcellen zijn veel kleiner dan eicellen
B
Zaadcellen hebben geen zweepstaart
C
Zaadcellen zijn veel groter dan eicellen
D
Eicellen hebben een zweepstaart

Slide 20 - Quiz

Wat is reductiedeling?
A
Een verandering van geslacht
B
Een speciale celdeling waarbij geslachtscellen ontstaan
C
Een mutatie in het DNA
D
Het is mitose

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Video

Aan de slag!
Basisstof 6
- Opdrachten 1 t/m 4
Hoe lang? > 15 minuten
Hulp? > Boek, klasgenoot naast je
Klaar?
Verder met je begrippenlijst!



Slide 23 - Slide

Huiswerk
Wo 2 oktober: Deeltoets H1 organen en cellen
Huiswerk: Opdrachten basisstof 1.6 + Begrippenlijst

Slide 24 - Slide

Formatieve test thema 1
Quizziz!

Slide 25 - Slide