Uitleg Formuleren wk 16 - foutieve inversie, lijdende vorm, incongruentie, dat/als-constructie en beperkende en uitbreidende bijzin

foutieve inversie
Talen hebben vaak hun eigen volgorde van zinnen opbouwen. 
In het Nederlands, Engels, Frans en Duits  is de standaardopbouw
onderwerp - werkwoord - lijdend voorwerp.

In het Japans plaats je daarentegen het onderwerp ook vooraan, maar komt het werkwoord achteraan en staan hiertussen vaak de bepalingen van tijd en plaats. 

De standaardopbouw van een zin wordt inversie genoemd.

1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with text slides.

Items in this lesson

foutieve inversie
Talen hebben vaak hun eigen volgorde van zinnen opbouwen. 
In het Nederlands, Engels, Frans en Duits  is de standaardopbouw
onderwerp - werkwoord - lijdend voorwerp.

In het Japans plaats je daarentegen het onderwerp ook vooraan, maar komt het werkwoord achteraan en staan hiertussen vaak de bepalingen van tijd en plaats. 

De standaardopbouw van een zin wordt inversie genoemd.

Slide 1 - Slide

foutieve inversie
In de volgende 3 gevallen mag de inversie afwijken:
1. De hoofdzin is een vraagzin. Heb je dat gedaan?
2. De hoofdzin begint met een ander zinsdeel dan het onderwerp. Gisteren vertrok hij naar Zuid-Afrika.
3. De samengestelde zin begint met een bijzin.  Toen we elkaar voor het eerst zagen, vlogen de vonken er al vanaf. 



Slide 2 - Slide

foutieve inversie
In alle andere gevallen spreken we van foutieve inversie en is je zin dus incorrect.  Vaak merk je tijdens het lezen van een zin met foutieve inversie al dat de zin niet lekker loopt. Dit druist namelijk tegen je gevoel van inversie in.

Vorige week was hij ziek en zijn we daarom nog niet klaar met de opdracht.
Vorige week was hij ziek en we zijn daarom nog niet klaar met de opdracht.

Slide 3 - Slide

incongruentie
Bij incongruentie moet je ook naar het onderwerp en de persoonsvorm kijken. Je kijkt alleen niet naar de volgorde waarin ze staan (inversie), maar naar of ze gelijk zijn in getal. D.w.z. dat wanneer het onderwerp in het enkelvoud staat, de persoonsvorm ook in het enkelvoud moet staan. Bij meervoud moet het uiteraard ook gelijk zijn. 
Als deze in getal dus niet gelijk zijn, dan noem je de zin incongruent.
Maar twintig procent van de aanwezigen stemden voor.
Maar twintig procent van de aanwezigen stemde voor.

Slide 4 - Slide

lijdende vorm
Regelmatig worden zinnen in de lijdende vorm gezet. Dit heeft als gevolg dat de zin vaak onduidelijker en passiever wordt. Bij de lijdende vorm maak je van 'het lijdend voorwerp' het onderwerp en andersom. Bijv:

De koe werd door de boer naar het weiland gebracht.
logischer is:
De boer bracht de koe naar het weiland.

Slide 5 - Slide

dat/als-constructie
Het woord zegt het al: je hebt een zin waarin 'dat' en 'als' achter elkaar voorkomen. Dit zorgt ervoor dat een zin onduidelijk wordt. Bij een zin met een dat/als-constructie geeft het woordje 'als' een voorwaarde aan in een bijzin. Deze bijzin van voorwaarde wordt regelmatig in het midden van de samengestelde zin gezet, waardoor de hele zin lastiger te lezen is. Het is beter om de bijzin van voorwaarde helemaal vooraan of helemaal achteraan in de samengestelde zin te zetten, waardoor dat en als niet meer naast elkaar staan.

Slide 6 - Slide

dat/als-constructie
Daarom vind ik dat als films schokkende beelden bevatten of vormen van ernstig geweld, ze niet voor tien uur ’s avonds moeten worden uitgezonden. 

Daarom vind ik dat films niet voor tien uur ’s avonds moeten worden uitgezonden, als ze schokkende beelden bevatten of vormen van ernstig geweld.

Slide 7 - Slide

beperkende en uitbreidende bijvoeglijke bijzin
In voorgaande lessen heb je dit schooljaar geleerd wat bijvoeglijke bijzinnen zijn. Dat zijn zinnen die meer informatie geven over een zelfstandig naamwoord. 
Deze bijvoeglijke bijzinnen kun je opdelen in twee groepen; de beperkende en uitbreidende bijvoeglijke bijzin.

Slide 8 - Slide

beperkende bijvoeglijke bijzin
In een beperkende bijvoeglijke bijzin staat informatie door voor een goed begrip van de hele zin onmisbaar is. Je kunt het dus niet weghalen, want daarmee zou je de hele betekenis van de zin veranderen. 
bijv. 
De journalisten die de verklaring hadden ondertekend, werden vrijgelaten. 

Slide 9 - Slide

uitbreidende bijvoeglijke bijzin
In een uitbreidende bijvoeglijke bijzin staat extra informatie over een zelfstandig naamwoord die je wel weg kunt laten, zonder dat je de essentie van de zin verandert. Bovendien staat de informatie van een uitbreidende bijvoeglijke bijzin tussen komma's.

De journalisten, die de verklaring hadden ondertekend, werden vrijgelaten.

Slide 10 - Slide

vergelijk
1. De journalisten die de verklaring hadden ondertekend, werden vrijgelaten. (beperkend) In deze zin staat er dat alleen de journalisten die getekend hadden,  vrijgelaten worden. Degenen die dat niet hebben gedaan, blijven dus vastzitten.

2. De journalisten, die de verklaring hadden ondertekend, werden vrijgelaten. (uitbreidend)
In deze zin staat dat de journalisten werden vrijgelaten die 'toevallig' ook allemaal de verklaring hadden ondertekend.

Slide 11 - Slide

vergelijk
 De verpakkingen, die niet hergebruikt kunnen worden, gaan de vuilnisbak in. (uitbreidend)
Alle verpakkingen gaan de vuilnisbak in en toevallig zijn ze ook nog eens niet herbruikbaar.

De verpakkingen die niet hergebruikt kunnen worden, gaan de vuilnisbak in. (beperkend)
Alleen de verpakkingen die niet hergebruikt kunnen worden, gaan de vuilnisbak in. 

Slide 12 - Slide