8.3: Naar een verzuilde samenleving

1 / 17
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Bij welke politieke stroming zal de maker van de prent horen? Waar zie je dat aan?

Slide 2 - Open question

Confessionalisme
  • Politieke stroming waarbij men uitgaat van het geloof:
  1. Katholicisme
  2. Protestantisme

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Schoolstrijd

Slide 6 - Slide

De schoolstrijd: confessionelen tegen liberalen: om geld!

Slide 7 - Slide

Wat was er aan de hand?
Liberalen: overheid moet zorgen voor goed, modern, godsdienstig neutraal onderwijs.

Maar liberalen hebben een afkeer van staatsdwang, dus:
In 1848 werd in de grondwet de vrijheid van onderwijs opgenomen. 
--> ouders mogen zelf scholen oprichten.

--> confessionelen gaan eigen scholen oprichten, waarin de Bijbel centraal staat.

Slide 8 - Slide

Is het probleem opgelost toen er vrijheid van godsdienst kwam??
Welnee, want....

De overheid deelde de scholen in twee categorieën:
 de openbare scholen en de bijzondere scholen

Bijzondere scholen zijn scholen met een godsdienstige achtergrond die niet door de overheid bestuurd worden. 

Omdat de overheid deze scholen niet bestuurde, kregen deze ook geen geld. 

Slide 9 - Slide

Pacificatie 1917 
Akkoord:

  • Bijzonder onderwijs betaald door overheid, 
in ruil voor:
  • stemrecht voor alle mannen. 

Slide 10 - Slide

Verzuiling
Opdelen van de samenleving in groepen op basis van geloof of politieke overtuiging

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Bekijk de spotprent uit 1917.
Welke gebeurtenis wordt er hier afgebeeld? Waaraan zie je dat?

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Verwerking
Stap 1: lees de tekst van 8.3
Stap 2: Maak opdracht 8, 9, 10, 13
Stap 3: Aan het eind van de les bespreking

Slide 16 - Slide

Opdracht
In de 19e eeuw kwamen er vier emancipatiebewegingen op: socialisten, feministen, confessionelen en abolitionisten.
Leg voor elke beweging uit:
- waarom deze ontstond (waar was het een reactie op)
- hoe zij hun doel wilden bereiken
- wat zij hebben bereikt

Slide 17 - Slide