Lektion 1: Wie geht es - C
1 / 24
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Begroet 's ochtends je docent.
Slide 3 - Open question
Je loopt 's avonds een rondje door het park. Begroet de voorbijganger.
Slide 4 - Open question
Schrijf: tot snel!
Slide 5 - Open question
Schrijf: tot ziens!
Slide 6 - Open question
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Schrijf de zin over en gebruik hoofdletters:
tag, jörn! ich habe keine haustiere, mach's gut!
tag, jörn! ich habe keine haustiere, mach's gut!
Slide 10 - Open question
Slide 11 - Slide
Vraag algemeen: hoe gaat het?
Slide 12 - Open question
Vraag: Hoe gaat het met jou?
Slide 13 - Open question
Vraag: Hoe gaat het met u?
Slide 14 - Open question
Slide 15 - Slide
Kijk naar het plaatje en geef antwoord op de vraag: 'Wie geht es dir?
Slide 16 - Open question
Kijk naar het plaatje en geef antwoord op de vraag: 'Wie geht es dir?
Slide 17 - Open question
Kijk naar het plaatje en geef antwoord op de vraag: 'Wie geht es dir?
Slide 18 - Open question
Slide 19 - Slide
Vertaal: zaterdag
Slide 20 - Open question
Vertaal: woensdag
Slide 21 - Open question
Vertaal: maandag
Slide 22 - Open question
Vertaal: dinsdag
Slide 23 - Open question
Vertaal: vrijdag
