nederlands les 3

NEDERLANDS
Welkom 1B! Vandaag gaan we het hebben over de lastige werkwoorden.

Kies zelf lekker een leuk plek :)
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

NEDERLANDS
Welkom 1B! Vandaag gaan we het hebben over de lastige werkwoorden.

Kies zelf lekker een leuk plek :)

Slide 1 - Slide

LESDOELEN 
- Ik kan na de les kennen, kunnen, liggen en leggen op de juiste manier gebruiken 
- Ik kan de verleden tijd van sterke en zwakke werkwoorden correct gebruiken.

Slide 2 - Slide

KENNEN, KUNNEN, LEGGEN, LIGGEN
Sommige mensen halen deze woorden door elkaar 
- Kennen: iets weten of iets dat je hebt geleerd 
- Kunnen: in staat om iets te doen 
- Leggen: iets doen, actief 
- Liggen: niet bewegen, rust

Slide 3 - Slide

Wij ...... de jongens heel goed.
A
Kennen
B
Kunnen

Slide 4 - Quiz

Het ..... niet aan jou, maar aan mij!
A
legt
B
ligt
C
kent
D
kunt

Slide 5 - Quiz

Sommige spelers ...... de regels nog niet zo goed.
A
kunnen
B
liggen
C
kennen
D
leggen

Slide 6 - Quiz

Mijn broer ..... het liefst tot één uur 's nachts in bed.
A
ligt
B
legt

Slide 7 - Quiz

... jij de woorden al van Engels?
A
kun
B
lig
C
leg
D
ken

Slide 8 - Quiz

AAN DE SLAG! 
Jullie gaan bezig met jullie huiswerk, dat is: de laatste twee paragraven van H6. 
AL KLAAR? 
Je kan trainen voor de toets over twee weken :) 

Slide 9 - Slide

BLOOKET!!
Doe allemaal jullie normale naam zodat ik kan zien wie er mee wil doen en wie er mee doet. 

Laten we eens zien wat jullie er van baken! ;)

Slide 10 - Slide

TUSSENUREN
Ik zie jullie over een paar les uren! Veel succes met jullie wiskunde toets! 

xxx 

Slide 11 - Slide

STERKE EN ZWAKKE WERWOORDEN
Sterke werkwoorden zijn dat ze van klank veranderen b.v. liepen of zagen. De werkwoorden zijn in de tegenwoordige tijd lopen en zien maar in de verleden tijd veranderd dat. Zwakke werkwoorden is met -de(n) of -te(n) in de verleden tijd. Dat kan je zien aan het 't kofschip, en de laatste letter van het woord.

Slide 12 - Slide

(weten) Ik ... de juiste spelling van het woord niet meer.
A
wist
B
weette

Slide 13 - Quiz

Wat is het verschil tussen zwakke en sterke werkwoorden?

Slide 14 - Open question

Hij herhaald de les.
A
Goed
B
Fout

Slide 15 - Quiz

Hij melde zich bij de docent.
A
Goed
B
Fout

Slide 16 - Quiz

Hij (beloven) mij te verbeteren.
A
Beloofte
B
Beloofde

Slide 17 - Quiz

FIJN WEEKEND!! 
Heel fijn weekend! Veel plezier :) 

xxx

Slide 18 - Slide