De peuter
1 / 10
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Hoe merk je dat de tanden doorkomen?
A
Huilerig
B
Hangerig
C
verhoging
D
luieruitslag
Slide 2 - Quiz
Wat is objectpermanentie?
A
Zelfbeeld
B
Is geen verlenging vd verzorgers, maar eigen identiteit
C
Besef dat nog iets bestaat als het niet meer zichtbaar is
D
Imiteren
Slide 3 - Quiz
Welk ontwikkelings-
kenmerk is hier van toepassing?
kenmerk is hier van toepassing?
A
De peuter kan zich inleven in de andere.
B
De peuter is egocentrisch
C
Koppigheidsfase
D
De peuter heeft empathie
Slide 4 - Quiz
Om te ontwikkelen hebben we 2 zaken nodig. Welke?
A
hoog welbevinden
B
ontwikkelingsfase
C
ontwikkelingskansen
D
laag welbevinden
Slide 5 - Quiz
Ontwikkelingskansen.
Op welk niveau moeten we een kind aanspreken?
Op welk niveau moeten we een kind aanspreken?
A
Laag niveau
B
Net buiten zijn bereik
C
Net binnen zijn bereik
D
Hoog niveau
Slide 6 - Quiz
Geef 1 tip die de fysieke ontwikkeling van de peuter stimuleert.
A
Knuffelspelletjes
B
rollenspelletjes
C
imitatiespel
D
buiten spelen
Slide 7 - Quiz
Geef 1 tip die de cognitieve ontwikkeling van de peuter stimuleert.
A
dansen en zingen
B
tekenen
C
rollenspelletjes
D
schootspelletjes
Slide 8 - Quiz
Geef 1 tip die de socio-emotionele ontwikkeling van de peuter stimuleert.
A
ontdekdozen
B
zoveel mogelijk zelfstandig laten doen
C
schootspelletjes
D
kiekeboespelletjes
Slide 9 - Quiz
Wat doen we beter?
A
sociale beloning
B
belonen
C
materiële beloning
D
straffen en belonen
