This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Le cours de français
Slide 1 - Slide
Programme d'aujourd'hui
- Vlaggetje kritisch bekijken
- Faire des interviews
- Faire un quiz de vocabulaire
- Terminer
BUT DU COURS: je kunt een gesprekje voeren over wat basis gegevens in het Frans.
Slide 2 - Slide
Vlaggetje kritisch bekijken
hallo/ hoi,
hoe je heet
dat het goed met je gaat
waar je woont
hoe oud je bent
of je een zus/ broer hebt
tot ziens/ tot later
Slide 3 - Slide
Faire un interview en français
Schrijf op de achterkant van je vlag of op een blaadje in je schrift de volgende vragen in het Frans:
Hoe heet je?
Hoe gaat het?
Waar woon je?
Hoe oud ben je?
Heb je een boer of zus?
Slide 4 - Slide
Faire un interview en français
Travaille avec ton voisin. Je houdt een interview met de opgeschreven vragen en de antwoorden die op je vlaggetje staan in het Frans. Wees beide een keer de interviewer en de geïnterviewde.
Slide 5 - Slide
tu parles
A
ik spreek
B
jij spreekt
Slide 6 - Quiz
d'accord
A
oké
B
maar
Slide 7 - Quiz
petit
A
klein
B
groot
Slide 8 - Quiz
een kat
A
le chat
B
un chat
Slide 9 - Quiz
de vriend
A
le garçon
B
le copain
Slide 10 - Quiz
waarom
A
pourquoi
B
il y a
Slide 11 - Quiz
le truc
A
het bericht
B
het ding
Slide 12 - Quiz
aujourd'hui
A
vandaag
B
morgen
Slide 13 - Quiz
peut-être
A
dan
B
misschien
Slide 14 - Quiz
veel
A
beaucoup
B
beacoup
Slide 15 - Quiz
het strand
A
le plage
B
la plage
Slide 16 - Quiz
helpen
A
de rien
B
aider
Slide 17 - Quiz
gek
A
drôle
B
fou
Slide 18 - Quiz
de nicht
A
le cousin
B
la cousine
Slide 19 - Quiz
Terminer
Apprends la page 54 (NL-FR en FR-NL).
De bedoeling van de zinnetjes is dat je ze kan toepassen op jezelf: hoe je heet, waar je woont, hoe oud je bent etc.
Herhaal de getallen van 0 tot 20, leer ze nu ook van NL-FR.