What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Zelfstandig naamwoorden en lidwoorden (mv en verkl.w)
Lesdoelen
Aan het eind van de les kun je zelfstandig naamwoorden herkennen in een zin.
Aan het eind van de les kun je het juiste lidwoord gebruiken bij meervoud en verkleinwoorden.
1 / 15
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
This lesson contains
15 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Lesdoelen
Aan het eind van de les kun je zelfstandig naamwoorden herkennen in een zin.
Aan het eind van de les kun je het juiste lidwoord gebruiken bij meervoud en verkleinwoorden.
Slide 1 - Slide
Sleep de woorden naar de juiste woordsoort.
een
dieren
ZNW
LW
de
Utrecht
bergje
het
Slide 2 - Drag question
Zelfstandig naamwoord (znw):
Mensen, dieren, planten, dingen en eigennamen.
Je kunt er (meestal) meervoud of een verkleinwoord van maken.
Lidwoord (lw):
De, het, een.
Ze staan voor zelfstandig naamwoorden.
Slide 3 - Slide
VERKLEINWOORD
MEERVOUD
griepje
zakje
hondje
zesje
bergje
takje
kopje
kopje
bankje
tandje
schilderijtje
schriftje
kantoortje
bordje
steentje
bomen
borden
dekens
schoenen
kussens
tassen
beren
vlinders
stempels
bessen
stekels
ganzen
kaarsen
huizen
tafels
boeken
Slide 4 - Slide
Bij meervoud gebruik je altijd
A
de
B
het
Slide 5 - Quiz
Hoeveel zelfstandig naamwoorden?
Op de tafel staat een vaas met bloemen.
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 6 - Quiz
Bij een verkleinwoord gebruik je altijd
A
de
B
het
Slide 7 - Quiz
..... potloden hadden geen scherpe punten meer.
A
De potloden
B
Het potloden
Slide 8 - Quiz
De potloden hadden geen scherpe punten meer.
A
potloden, scherpe
B
potloden, punten
C
scherpe, punten
D
geen, punten
Slide 9 - Quiz
Nakijken
9. het
truitje
,
weekend
,
zus
10. De
groenten
11. het
bloempotje
,
sleutel
,
voordeur
12. De
jongens
,
wedstrijd
13. de
prijzen
14. de
katten
,
Simon
,
eten
15. de
streepjes
,
broek
1. De
potloden
,
punten
2. de
boodschappen
,
moeder
3. Het
lampje
,
bureau
4. het
grapje
5. De
kuikens
,
dagen
6. De
tegels
,
badkamer
7. de
borden
8. de
koekjes
,
oma
,
trommel
Slide 10 - Slide
Ik kan uitleggen wat een zelfstandig naamwoord is.
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 11 - Poll
Ik kan uitleggen wat een lidwoord is.
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 12 - Poll
Ik weet welk lidwoord ik moet gebruiken bij meervoud.
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 13 - Poll
Ik weet welk lidwoord ik moet gebruiken bij verkleinwoorden
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 14 - Poll
Volgende les
Woordsoorten: bijvoeglijk naamwoord
Fijne dag!
Slide 15 - Slide
More lessons like this
Zelfstandig naamwoorden en lidwoorden (mv en verkl.w)
December 2022
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
Karin S2B zelfstandig naamwoorden
September 2023
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Grammatica opdr 9 tm 13 (SLR)
November 2020
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Grammatica opdr 9 tm 13
November 2019
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Blok 2 Grammatica 2.6, 2.7
October 2021
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Zelfstandige naamwoorden
December 2023
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Taalverzorging 2.1 grammatica
September 2023
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Grammatica - blok 3 - les 2 - woordsoorten znw en lw
November 2020
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1