H11.5 Energie besparen

H 11.5 Energie besparen
HW controle:
werkboek open op p. 144 - 145
opgaven 4 en 5

HW Maandag 21-10
maken 11.5
doorlezen 11.3 en 11.2
1 / 14
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H 11.5 Energie besparen
HW controle:
werkboek open op p. 144 - 145
opgaven 4 en 5

HW Maandag 21-10
maken 11.5
doorlezen 11.3 en 11.2

Slide 1 - Slide

H 11.5 Energie besparen
  • De wet van behoud van energie
  • Zuinig zijn met energie
  • Het rendement van lampen
  • Het energieverbruik berekenen
  • Het energielabel

Slide 2 - Slide

Leerdoelen 11.5, je kunt:
11.5.1 uitleggen wat de wet van behoud van energie inhoudt.
11.5.2 toelichten wat precies wordt bedoeld met ‘zuinig zijn met energie’.
11.5.3 twee manieren beschrijven waarop mensen energie kunnen besparen.
11.5.4 rendementen vergelijken van gloei-, spaar- en ledlampen.
11.5.5 het energieverbruik van apparaten berekenen, in J en in kWh.
11.5.6 uitleggen hoe energielabels helpen om een apparaat te kiezen.

Slide 3 - Slide

De wet van behoud van energie
Voor elke energie-omzetter geldt de wet van behoud van energie:

Bij energie-omzettingen gaat nooit energie verloren.
Er komt ook nooit nieuwe energie bij.
De totale hoeveelheid energie is voor en na de energie-omzetting even groot.

Slide 4 - Slide

Zuinig zijn met energie
• Je energierekening gaat omlaag. Aardgas, benzine en elektriciteit kosten geld. Minder verbruiken betekent ook minder betalen.
• Het is beter voor het milieu. Elk gebruik van energiebronnen heeft nadelen voor het milieu. Zuinig zijn helpt die nadelen te verminderen.
• Het spaart grondstoffen en kostbare ruimte. Zonneparken beslaan bijvoorbeeld grote oppervlakken, al produceren ze ‘schone’ energie (afbeelding 2).
  • Je kunt energie besparen door voor energiezuinige apparaten te kiezen.
  • Je kunt ook energie besparen door je manier van leven te veranderen. 

Slide 5 - Slide

Het rendement van lampen
  • gloeilampen
  • spaarlampen
  • ledlamp
een ledlamp heeft energielabel A
een gloeilamp heeft energielabel E

leg uit wat men bedoeld met 5 W = 50 W

Slide 6 - Slide

leg uit wat men bedoeld met 5 W = 50 W
voorbeelden van een goed antwoord:

een LEDlamp van 5 W geeft net zoveel licht als een gloeilamp van 50 W

een ledlamp heeft 1/10e van de hoeveelheid energie nodig om dezelfde hoeveelheid licht te maken

het rendement van een LEDlamp is 10 keer zo hoog.

Slide 7 - Slide

Het energieverbruik berekenen (herhaling)
E = P ∙ t

In deze formule is:
• E het elektrisch energieverbruik in kilowattuur (kWh);
• P het elektrisch vermogen in kilowatt (kW);
• t de tijd die het apparaat heeft gewerkt in uur (h).

1 kWh gelijk is aan 3,6∙106 J
3,6∙106 J = 3.600.000 J= 3,6 MJ

Slide 8 - Slide

Voorbeeldopdracht 1
Nathan vervangt een gloeilamp van 50 W door een ledlamp van 5 W. Hij schat dat de ledlamp elk jaar 800 uur brandt.
Bereken hoeveel geld Nathan elk jaar op zijn energierekening bespaart, als 1 kWh € 0,23 kost.

Slide 9 - Slide

Voorbeeldopdracht 1 met hints
Nathan vervangt een gloeilamp van 50 W door een ledlamp van 5 W. Hij schat dat de ledlamp elk jaar 800 uur brandt.
Bereken hoeveel geld Nathan elk jaar op zijn energierekening bespaart, als 1 kWh € 0,23 kost.
  • bereken het energieverbruik van de lamp van 5 W
  • bereken de kosten van de lamp van 5 W

  • bereken het energieverbruik van de lamp van 50 W
  • bereken de kosten van de lamp van 50 W

  • vergelijk de kosten van de lampen

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

andere aanpak: vergelijk eerst de vermogens
verschil in vermogen:

Pverschil = Pgloei - PLED = 50 W - 5 W = 45 W = 0,045 kW

Everschil = Pverschil x t = 0,045 kW x 800 h = 36 kWh

kostenverschil = Everschil x prijs = 36 kWh x 0,23 €/kWh = 36 x 0,23 = 8,28 €

Slide 12 - Slide

Het energielabel
geeft inzicht in de technische gegevens van een apparaat. op een hele eenvoudige manier, met kleurtjes en tekeningetjes, zodat mensen zonder natuurkunde het ook snappen.

Slide 13 - Slide

Zelfstandig werken
  • Lees hoofdstuk 11.5 op blz. 177 t/m 182
  • Maak opgaven: 1 t/m 10 op blz. 182 t/m 189
  • Hoe: 20 min zelfstandig werken, daarna fluisterend overleggen.
  • Hulp: Nova boek
  • Tijd: 25 min .
  • Uitkomst: 1.5 af
  • Klaar:     afmaken 11.1, 11.2, 
                        lezen 11.3 en 11.4 
                        maken 11.3 en 11.4 vraag 1 en 2
timer
30:00

Slide 14 - Slide