Herhaling Formuleren en Formuleren H5

Formuleren H5 
De variatie in zinslengte 

Gebruik allemaal je telefoon om mee te doen aan de LessonUp!
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Formuleren H5 
De variatie in zinslengte 

Gebruik allemaal je telefoon om mee te doen aan de LessonUp!

Slide 1 - Slide

Programma
  • Mededeling cijfers toets lezen
  • Lesdoelen
  • Huiswerk bespreken
  • Herhalen H1 t/m 4
  • Uitleg 
  • Oefenen H5
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiten

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
- Je weet hoe je aantrekkelijk moet formuleren
- Je kan je tekst aantrekkelijker maken door te variëren in zinslengte 

Slide 3 - Slide

Huiswerk bespreken 
Pak allemaal je huiswerk voor je! We bespreken opdracht 1 van H2 en 3 Formuleren klassikaal. 

Slide 4 - Slide

Herhaling H1 t/m 4 Formuleren

Slide 5 - Slide

Welke zinsopbouw?

Vanochtend was het koud op de fiets.
timer
0:30
A
OPA
B
APO
C
POA
D
PA

Slide 6 - Quiz

Wat is een synoniem?
timer
0:20
A
Bril-vergrootglas
B
Kaal-haarloos
C
Trui- t-shirt
D
Hal-garage

Slide 7 - Quiz

Wat is geen signaalwoord voor een voorbeeld?
timer
0:30
A
bijvoorbeeld
B
neem nou
C
en
D
zoals

Slide 8 - Quiz

Staan de woorden die bij elkaar horen, bij elkaar?

Ik vind het stom dat je je zuurverdiende geld aan onnodige dingen die je makkelijk had kunnen missen, hebt uitgegeven.
timer
0:30
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quiz

Variatie in zinslengte
Je maakt teksten prettiger leesbaar door verbindingswoorden/signaalwoorden.
Maak zinnen interessanter door ze samen te voegen.

Ties schrijft een tekst over skateboarden. Valentijn schrijft een tekst over pizza.
Ties schrijft een tekst over skateboarden en Valentijn een tekst over pizza.

Kies het signaalwoord zorgvuldig!




Slide 10 - Slide

Welk signaalwoord?

Doe je bord in de vaatwasser... je klaar bent met eten.
timer
0:20
A
als
B
wanneer
C
omdat
D
terwijl

Slide 11 - Quiz

Variëren in zinslengte
Wissel af tussen enkelvoudige en samengestelde zinnen.
Enkelvoudige zin: zonder signaalwoord, 1 persoonsvorm
samengestelde zin: signaalwoorden, meerdere persoonsvormen.

Slide 12 - Slide

Enkelvoudig of samengesteld?

Hij zegt dat ik lui ben.
timer
0:30
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 13 - Quiz

Enkelvoudig of samengesteld?

Jan loopt met zijn drie vrienden door de dierentuin.
timer
0:30
A
enkelvoudig
B
meervoudig

Slide 14 - Quiz

Enkelvoudig of samengesteld?

Mijn neefje zegt dat hij dat ook vindt.
timer
0:30
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 15 - Quiz

Zelfstandig werken
Werk tot het einde van de les aan opdracht 2 en opdracht 3.1 van Formuleren H 4. 

Ben je daarmee klaar? Ga dan verder met opdracht 1 (je hoeft voor 1.2 je tekst niet uit te wisselen maar het mag wel) en 2 van Formuleren H 5. Dit is huiswerk voor volgende week donderdag. 

Ik blijf in de vergadering voor als er vragen zijn. De les duurt tot 15.10.

Slide 16 - Slide