In het kort:
Toekomende tijd: Future.
De toekomst aangeven. Dit kan op 4 manieren:
- I will miss you : Will. -->25% (dat het doorgaat/gebeurd)
- It's going to rain : Going to + werkwoord. --> 70%
- We are travelling tomorrow : Present Continuous. --> 90%
- My train leaves at 10 o'clock : Present Simple. --> 100%