This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Planning
1. herhaling
2. vragen over de opdrachten van de Daltontaak?
3. Uitleg over verteringsstelsel
Slide 1 - Slide
Herhaling Schrijf het antwoord in je schriftje
1. Welke 6 groepen voedingsstoffen heb je?
2. Wat is de taak van eiwitten? In welke voedingsmiddelen zitten veel eiwitten?
timer
1:00
Slide 2 - Slide
Zijn er vragen over de opdrachten tot nu toe?
Slide 3 - Slide
Lesdoelen
Je kunt de functie van vertering, verteringssappen en enzymen beschrijven.
Je kunt de delen van een gebit noemen met hun functie.
Je kunt de werking en functie van de darmperistaltiek beschrijven.
Slide 4 - Slide
Verteringsstelsel
= Orgaanstelsel met organen die samen zorgen voor de spijsvertering.
Doel: voedingsstoffen opnemen in het bloed
dit gebeurt direct
of via vertering = het bewerken van voedingsstoffen voordat het in het darmkanaal kan worden opgenomen.
Vertering: het omzetten van voedingsstoffen die niet door de darmwand heen in het bloed kunnen worden opgenomen, in verteringsproducten die wel in het bloed kunnen worden
Afbraak door te kauwen (mechanisch) en door verteringssappen (chemisch) toe te voegen.
Dit is een aantekening
Slide 5 - Slide
Opdracht
Welke voedingsstoffen moeten er eerst worden verteerd voordat ze worden opgenomen in het bloed?
kies uit: water, glucose, vitaminen, mineralen, eiwitten, koolhydraten en vetten
timer
1:00
Tip; lees 2.2
Slide 6 - Slide
Antwoord
Eiwitten, koolhydraten en vetten kunnen niet door de darmwand heen, deze voedingsstoffen moeten eerst verteerd worden.
Water, glucose, vitaminen en mineralen passen zonder verteringdoor de darmwand!
Slide 7 - Slide
Mechanische vertering:
kneden, kauwen en mengen van het voedsel door gebit en spieren. bijv. kauwen, darmperistaltiek
Chemische vertering:
het fijn gekauwde voedsel verder afbreken door verterings- sappen met enzymen.
Soorten vertering
Dit is een aantekening
Slide 8 - Slide
Opdracht
1. Wat zijn verteringssappen?
2. Welke verteringssappen heb je?
3. Wat zijn enzymen?
timer
1:00
Tip; lees 2.2
Slide 9 - Slide
Antwoorden
1. Verteringssappen= sappen gemaakt door spijsverteringsklieren.
2.
Speekselklieren
Maagsapklieren
Lever
Alvleesklier
Darmsapklieren
Bevat vaak enzymen = helpen met het omzetten van de ene stof in een andere stof.
Slide 10 - Slide
Enzymen
Enzymen zijn stoffen die reacties sneller laten verlopen. Ze zetten stoffen om in andere stoffen.
Het enzym zelf verandert niet en kan opnieuw gebruikt worden.
Slide 11 - Slide
Enzym-werking:
Slide 12 - Slide
Mechanische vertering:
kneden, kauwen en mengen van het voedsel door gebit en spieren. bijv. kauwen, darmperistaltiek
Chemische vertering:
het fijn gekauwde voedsel verder afbreken door verterings- sappen met enzymen.
Vormen van vertering
Slide 13 - Slide
Opdracht
1. Wat is de taak van kauwen? 2. Wat doen lengtespieren en kringspieren in de darmen?
3. Wat zijn peristaltische bewegingen?
4. Wat doen voedingsvezels?
timer
10:00
Slide 14 - Slide
Antwoorden
1. Functie: voeding in kleinere stukken verdelen
, zodat:
je het voedsel beter door kan slikken
het oppervlak van het voedsel wordt
vergroot --> enzymen kunnen beter
inwerken
Slide 15 - Slide
peristaltische bewegingen
Slide 16 - Slide
2. kringspieren (vernauwen) en lengtespieren (verwijden) de darmen.
3. Peristaltische bewegingen= het afwisselend samentrekken en ontspannen van de kring- en lengtespieren.
4. Voedingsvezels stimuleren de spieren in de darmwand en zorgen zo voor een goede darmwerking
Antwoorden
Slide 17 - Slide
Daltontaak
Slide 18 - Slide
Enzymen zijn voor de
A
Mechanische vertering
B
Chemische vertering
Slide 19 - Quiz
Door welke techniek wordt het voedsel door het spijsverteringskanaal getransporteerd?
A
parasympatische zenuwen
B
peristaltische bewegingen van zenuwen
C
Peristaltische zenuwen
D
peristaltische bewegingen van spieren.
Slide 20 - Quiz
Peristaltische bewegingen zijn een vorm van chemische vertering
A
Waar
B
Niet waar
Slide 21 - Quiz
Welke spieren werken bij een peristaltische beweging?
A
Lengtespieren
B
Breedtespieren
C
Kringspieren
D
Darmspieren
Slide 22 - Quiz
Aan de slag!
- lees paragraaf 2.2 het verteringsstelsel
- paragraaf 2.2: opdracht (1, 2,) 3, 6, 8, 10
Slide 23 - Slide
dunne darm
Darmplooien, darmvlokken en microvilli--> oppervlaktevergroting
Dunnedarmsap--> enzymen
Opname van verteerde voedingsstoffen
Slide 24 - Slide
Dunne darm
Darmsapklieren produceren darmsap
Darmsap: Enzymen die de vertering van eiwitten en koolhydraten verder afmaken
Water met voedingsstoffen en verteringsproducten worden opgenomen via de darmwand (darmvlokken)
Slide 25 - Slide
Dunne darm
-oppervlakte vergroting door
darmplooien en darmvlokken
-opname in bloed door veel haarvaatjes
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Dikke darm, blinde darm en endeldarm
Onder de overgang van dunne naar dikke darm ligt de blinde darm, met wormvormig aanhangsel. Geen functie vertering
Dikke darm: Onverteerde voedselresten. Bevat nog veel water.