Sterke werkwoorden

• NT2
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Weet je nog?

Zwakke werkwoorden

blijven in een andere tijd hetzelfde klinken.

Sterke werkwoorden 

hebben de kracht om in de verleden tijd van klank te veranderen.

bijv: ik loop-ik heb gelopen

Voltooide tijd

Ik hebt geleerd. Jij hebt gelezen. Wij zijn verhuisd.

Zwakke werkwoorden krijgen +d of +t, volgens 't kofschip X

wonen - woonde - gewoond

pakken - pakte - gepakt

Voltooide tijd

Ik hebt geleerd. Jij hebt gelezen. Wij zijn verhuisd.

Nieuwe informatie:

Een sterk werkwoord in de voltooide tijd kan eindigen op -en.

Welke sterke ww
ken je?

Sterk of zwak?

DENKEN

1. sterk werkwoord
2. zwak werkwoord

Sterke werkwoorden

Zwakke werkwoorden

Lopen

Eten

schrijvenn

Kijken

Voetballen

maken

Kies het sterke werkwoord

1. ik lees
2. ik speel
3. ik speelde
4. ik las

Kies het zwakke werkwoord

1. Wij slapen
2. Wij sliepen
3. Wij pakken
4. Wij pakten

We gaan oefenen op de sterke werkwoorden

lopen

Wij zijn naar de bakker .....

1. geliept
2. gelopen
3. geloopt
4. geverlopen

roepen

De jongens hebben hun vriend .....

1. geroept
2. geroepen

slapen

Zij heeft de hele nacht niet ....

1. geslapen
2. sliepen
3. geslaapen
4. gesliept

schrijven

Zij heeft een hele tekst ....

1. geschrijven
2. geschreven

eten
Ik heb ..... .

1. gegeten
2. geeten

kijken

Hij heeft een film ...

1. gekijken
2. gekijkt
3. gekeken

drinken

Het kind heeft veel ...

1. gedrinkt
2. gedrinken
3. gedronken
4. gedronkt

krijgen

De oude vrouw heeft gisteren veel geld ....

1. gekrijgt
2. gekregen
3. gekrijgen
4. gekrijgd

lachen

Er werd veel ....

1. gelacht
2. gelachen
3. gelachd
4. geworpen