Herhaling H4

Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Laptop + Binas pakken
Ga in deze Lesson-Up
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Laptop + Binas pakken
Ga in deze Lesson-Up

Slide 1 - Slide

Welke bloedgroep(en) heeft/hebben de antigenen B
A
Bloedgroep A
B
Bloedgroep B
C
Bloedgroep AB
D
Bloedgroep O

Slide 2 - Quiz

Bloedgroep O is een geweldige bloeddonor, hij kan aan iedereen doneren omdat:
A
hij geen antistoffen heeft
B
hij geen antigenen heeft

Slide 3 - Quiz

Hoofdstuk 4 - herhaling

Slide 4 - Slide

Prikkel
= verandering in je omgeving die je kunt waarnemen (zowel binnen als buiten lichaam)

opgevangen door receptoren (gespecialiseerd in één type prikkel)
vaak gelegen in een zintuig

Slide 5 - Slide

Impuls / actiepotentiaal
Een receptor zet een prikkel om in een impuls (electrisch stroompje), en geeft dit door aan een zenuwcel

via de zenuwcellen komt de impuls bij je hersenen terecht

Elke impuls heeft dezelfde sterkte. Als een prikkel heftiger is, dan zullen er enkel meer impulsen worden afgegeven
 

Slide 6 - Slide

drempelwaarde
Een receptor zet een prikkel om in een impuls (electrisch stroompje), en geeft dit door aan een zenuwcel


  • drempelwaarde
  • gewenning

sterkere prikkel = toename impulsfrequentie 

Slide 7 - Slide

Welke 3 verschillende zenuwcellen zijn er ook al weer?

Slide 8 - Open question

Zenuwcellen
Sensorische neuron - van de zintuigen naar het czs

Motorische neuron - van het czs naar spieren/klieren

Schakel neuron - binnen het czs

czs = centraal zenuwstelsel (hersenen + ruggenmerg)

Slide 9 - Slide

een zenuwcel/ neuron
  • cellichaam met kern
  • dendrieten - impuls naar cellichaam toe
  • axon met eindboompje - impuls van cellichaam af
  • merg/ myeline schede (cellen van Schwann die zich om de uitloper wikkelen) - elektrische isolatie
  • sprongsgewijze geleiding

Zie binastabel 88A

Slide 10 - Slide

Impulsoverdracht
  • doorgeven van impuls van cel naar cel
  • uiteinde axon heeft verbreding
  • blaasjes neurotransmitters
  • neurotransmitters binden aan ion-kanalen op dendriet
  • ion-kanalen gaan open

Slide 11 - Slide

Indeling op anatomie
BiNaS 88B

leesvraag:
welke onderdelen worden bij het centraal- en welke bij het perifeer zenuwstelsel ingedeeld?


Slide 12 - Slide

Is een zenuw hetzelfde als een zenuwcel? Leg uit waarom wel/niet.

Slide 13 - Open question

Zenuwen maken deel uit van welk deel van het zenuwstelsel (anatomisch)?

Slide 14 - Open question

indeling op functie
animaal 
- veelal bewust

autonoom (vegetatief)
- veelal onbewust
- orthosympatisch en parasympatisch
- doelwitorganen zijn hetzelfde

Slide 15 - Slide

Noteer de juiste woorden.
Topsporters moeten voor de dopingcontrole vaak urine inleveren, direct na de wedstrijd. Dat kost wel / geen moeite, omdat het orthosympatisch / parasympatisch zenuwstelsel het plassen remt / bevordert.

Slide 16 - Open question

Anatomie hersenen (88C1)

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Kleine hersenen
Ook wel cerebellum genoemd

Zorgt voor coördinatie van spierbewegingen en dus voor je evenwicht

Erg gevoelig voor alcohol

Slide 19 - Slide

Hersenstam
Verbinding tussen grote hersenen, kleine hersenen en ruggenmerg

Hierin liggen centra voor alle autonome lichaamsfuncties

Hierin liggen centra die te maken hebben met instinct en emoties

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Link

Zelfstandig oefenen
In de klaspagina bij H4 staat een les met oefenmateriaal 
Open deze en ga de oefenopdrachten maken

Slide 22 - Slide