This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Programma vandaag
Doornemen werkblad vorige les
Keuzeopdrachten
Slide 1 - Slide
Wederopbouw
Verklaren waarom de wederopbouw na 1945 snel verliep.
Door het Marshallplan = economische hulp van de VS aan Europa voor de wederopbouw.
Doelen: * infrastructuur herstellen en fabrieken opbouwen --> handel herstellen
Voorkomen dat de Europese landen zich zouden aansluiten bij het communisme.
2 sporenbeleid wederopbouw:
1. economisch beleid: lage lonen, veel geld uitgeven aan herstel
2. opbouwen verzorgingsstaat
Het verband uitleggen tussen de groeiende welvaart en de opkomst van de consumptiemaatschappij.
Consumptiemaatschappij = een samenleving waarbij voldoende welvaart is om geld uit te geven aan luxeproducten.
Voorbeelden:
Waarom leidt meer welvaart tot een consumptiemaatschappij? Als mensen meer geld 'over' houden ontstaat er ruimte om geld uit te geven aan luxe prodcucten/diensten.
Slide 2 - Slide
Ontkerkelijking (secularisatie)
De oorzaken voor ontkerkelijking noemen.
1. door de toegenomen welvaart
2.doordat de bevolking steeds hoger opgeleid was
3.beschikbaarheid van meer communicatiemiddelen
De oorzaken noemen van de houding van jongeren in vanaf de jaren 60:
Er was een kloof onstaan tussen de ouders en hun kinderen door
het niet meemaken van de oorlog
toegenomen welvaart
Slide 3 - Slide
Europese samenwerking
Uitleggen waarom de West-Europese landen gingen samenwerken vanaf 1950:
1. Uit angst voor het communisme
2. Het voorkomen van nog een wereldoorlog
3. economische steun zoeken bij elkaar
EGKS - 1951
EEG - 1957
EG - 1967
EU - 1992
Slide 4 - Slide
Keuzeopdrachten
Uitwerken leerdoelen
Maken afsluiting blz. 260 werkboek (oefenen toespassing)
Oefenen met basiskennis 11.3
Slide 5 - Slide
Noord en Zuid
Uitleggen waarom het dekolonisatieproces na WO2 zich snel voltrok.
Uitleggen hoe Nederland, Frankrijk en Engeland reageerden op het onafhankelijkheidsproces van hun koloniën.
Het dekolonisatieproces van Afrika en Midden/Zuid-Amerika beschrijven.
Uitleggen, met behulp van voorbeelden, hoe de economische verhoudingen in de wereld veranderd zijn.
Dekolonisatie =
Het onafhankelijk (zelfstandig) worden van kolonies
Slide 6 - Slide
In welk tijdvak zitten we nu?
A
burgers en stoommachines
B
wereldoorlog
C
televisie en computers
D
koude oorlog en dekolonisatie
Slide 7 - Quiz
Welke gebieden dekoloniseren?
A
Afrika en Amerika
B
Afrika en Azië
C
Azië en Australië
D
Azië, Afrika en Oost-Europa
Slide 8 - Quiz
Wanneer begint de dekolonisatie in Azië en Afrika?
A
Na de WOI
B
Na de WOII
C
Na de jaren zestig
D
Aan het einde van de Koude Oorlog
Slide 9 - Quiz
Welke invloed had de WOII op de dekolonisatie in Azië? Kies het FOUTE antwoord.
A
Japan had laten zien dat de westerse landen niet onoverwinnelijk waren
B
Westerse landen gingen bijna failliet door de WOII
C
Door de oorlog hadden westerse landen genoeg van het kolonialisme
D
Japan stimuleerde de nationalistische bewegingen in de koloniën
Slide 10 - Quiz
Welke landen waren grote voorstanders van dekolonisatie?
A
VS en Sovjet-Unie
B
VS en de West-Europese landen
C
Sovjet-Unie en China
D
Frankrijk en Engeland
Slide 11 - Quiz
Welke kolonie werd op vreedzame wijze onafhankelijk?
A
Nederlands-Indië
B
India
C
Vietnam
D
Algerije
Slide 12 - Quiz
Afrika dekoloniseerde later dan Azië. Hoe komt dat?
A
De westerse landen onderdrukten de dekolonisatie hier sterker
B
Er waren minder onafhankelijkheidsbewegingen
C
De VS en de Sovjet-Unie vonden koloniën in Afrika wel een goed idee
D
Er was minder scholing geweest en dus minder geschoolde leiders ontstaan
Slide 13 - Quiz
dekolonisatie door de tijd heen
1947
1949
1957
1974
Ghana onafhankelijk
Suriname onafhankelijk
Nederland tekent de onafhankelijkheids-verklaring van Indonesië
India onafhankelijk
Slide 14 - Drag question
Zoek op blz. 255. Noem de twee dekolonisatiegolven van na WOII met jaartallen erbij.
Slide 15 - Open question
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Noord en Zuid
Uitleggen waarom het dekolonisatieproces na WO2 zich snel voltrok.
Uitleggen hoe Nederland, Frankrijk en Engeland reageerden op het onafhankelijkheidsproces van hun koloniën.
Het dekolonisatieproces van Afrika en Midden/Zuid-Amerika beschrijven.
Uitleggen, met behulp van voorbeelden, hoe de economische verhoudingen in de wereld veranderd zijn.
Dekolonisatie =
Het onafhankelijk (zelfstandig) worden van kolonies
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
In welk tijdvak zitten we nu?
A
burgers en stoommachines
B
wereldoorlog
C
televisie en computers
D
koude oorlog en dekolonisatie
Slide 20 - Quiz
Welke gebieden dekoloniseren?
A
Afrika en Amerika
B
Afrika en Azië
C
Azië en Australië
D
Azië, Afrika en Oost-Europa
Slide 21 - Quiz
Wanneer begint de dekolonisatie in Azië en Afrika?
A
Na de WOI
B
Na de WOII
C
Na de jaren zestig
D
Aan het einde van de Koude Oorlog
Slide 22 - Quiz
Welke invloed had de WOII op de dekolonisatie in Azië? Kies het FOUTE antwoord.
A
Japan had laten zien dat de westerse landen niet onoverwinnelijk waren
B
Westerse landen gingen bijna failliet door de WOII
C
Door de oorlog hadden westerse landen genoeg van het kolonialisme
D
Japan stimuleerde de nationalistische bewegingen in de koloniën
Slide 23 - Quiz
Welke landen waren grote voorstanders van dekolonisatie?
A
VS en Sovjet-Unie
B
VS en de West-Europese landen
C
Sovjet-Unie en China
D
Frankrijk en Engeland
Slide 24 - Quiz
Welke kolonie werd op vreedzame wijze onafhankelijk?
A
Nederlands-Indië
B
India
C
Vietnam
D
Algerije
Slide 25 - Quiz
Afrika dekoloniseerde later dan Azië. Hoe komt dat?
A
De westerse landen onderdrukten de dekolonisatie hier sterker
B
Er waren minder onafhankelijkheidsbewegingen
C
De VS en de Sovjet-Unie vonden koloniën in Afrika wel een goed idee
D
Er was minder scholing geweest en dus minder geschoolde leiders ontstaan
Slide 26 - Quiz
Noord en Zuid
Uitleggen waarom het dekolonisatieproces na WO2 zich snel voltrok.
Uitleggen hoe Nederland, Frankrijk en Engeland reageerden op het onafhankelijkheidsproces van hun koloniën.
Het dekolonisatieproces van Afrika en Midden/Zuid-Amerika beschrijven.
Uitleggen, met behulp van voorbeelden, hoe de economische verhoudingen in de wereld veranderd zijn.
Dekolonisatie =
Het onafhankelijk (zelfstandig) worden van kolonies
Slide 27 - Slide
Zelfstandig werken
Midden en Zuid Amerika: Suriname + Nederlandse Antillen