Bepaald lidwoord (de/het)
mannelijk = dermannelijke woorden + mannelijke dieren
vb: der Mann der Stier
vrouwelijk = die
vrouwelijke woorden + vrouwelijke dieren + woorden die eindigen op een -e vb: die Frau die Katze die Tasche
onzijdig = das
vaak woorden waar je 'het' voor kunt zetten
vb: das Kind / das Auto