Lidwoorden

Lidwoorden
Kapitel 1 Grammatik D
1 / 13
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Lidwoorden
Kapitel 1 Grammatik D

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Bepaald lidwoord (de/het)

mannelijk = der
mannelijke woorden + mannelijke dieren
             vb: der Mann                     der Stier

vrouwelijk = die
vrouwelijke woorden + vrouwelijke dieren +  woorden die eindigen op een -e                 vb: die Frau             die Katze               die Tasche

onzijdig = das
vaak woorden waar je 'het' voor kunt zetten
             vb: das Kind / das Auto 

Slide 3 - Slide

...Onkel

Slide 4 - Open question

...Freundin

Slide 5 - Open question

...Kind

Slide 6 - Open question

....Hahn

Slide 7 - Open question

Onbepaald lidwoord  (een)

mannelijk = ein

vrouwelijk = eine

onzijdig = ein

meervoud = keine

Slide 8 - Slide

...Onkel

Slide 9 - Open question

...Kinder

Slide 10 - Open question

....Hahn

Slide 11 - Open question

Ik weet wanneer ik de lidwoorden der, die of das moet toepassen bij de zelfstandige naamwoorden
Ja
redelijk
Nee, maar ik ga nog leren/oefenen
Ik heb meer uitleg nodig

Slide 12 - Poll

Fragen?

Slide 13 - Slide