BK1b - H 3.5. tegenstelling

Woorden 3.5
Na deze les weet je wat een tegenstelling is. 
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Woorden 3.5
Na deze les weet je wat een tegenstelling is. 

Slide 1 - Slide

Even herhalen.. Wat zijn synoniemen?

Slide 2 - Open question

Tegenstellingen
Sommige woorden betekenen het tegenovergestelde van elkaar.
Je noemt dat een tegenstelling.
Voorbeelden? 

Slide 3 - Slide

Tegenstellingen - voorbeelden

warm - koud
geven - nemen
groot - klein
rijk - arm
boven - onder
enkelvoud - meervoud













Slide 4 - Slide

De tegenstelling van binnen is...
A
in
B
warm
C
buiten
D
uit

Slide 5 - Quiz

Wat is een tegenstelling?
A
warm en heet
B
warm en koud
C
politie en agent
D
lawaai en herrie

Slide 6 - Quiz

Wat is de tegenstelling van:
'netjes'
A
keurig
B
mooi
C
fantastisch
D
slordig

Slide 7 - Quiz

Wat is een tegenstelling van 'altijd'?
A
af en toe
B
soms
C
vaak
D
nooit

Slide 8 - Quiz

Welke twee tegenstellingen zie jij?
A
Warm-koud
B
Grijs-zwart
C
IJskoud-koud
D
Licht-donker

Slide 9 - Quiz

Aan de slag
Maken: Hoofdstuk 3.5
Opdrachten: 2a - 5 - 6 – 14
Klaar? Werken aan woordenlijst. 

Slide 10 - Slide

Doelen

  • Ik leer nieuwe woorden kennen.
  • Ik weet wat een tegenstelling is.






Huiswerk - dinsdag 11 april
Paragraaf 3.5. Woorden 
Opdrachten 1, 2, 5, 6, 10a en 10b, 11

Slide 11 - Slide

Laatste check
Wat is een tegenstelling?

Slide 12 - Slide

Laatste check
Wat is het tegengestelde van boven?

Slide 13 - Slide

Laatste check
Wat is het tegengestelde van enkelvoud?

Slide 14 - Slide

Huiswerk
Om je doelen te halen ga je de volgende opdrachten maken:
H. 3.5 - opdracht 4, 5 en 6 

Slide 15 - Slide