Par 1. De industriële revolutie

Tijd van burgers en stoommachines
1800 - 1900
1 / 21
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Tijd van burgers en stoommachines
1800 - 1900

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video


Wat gebeurde er?
1. uitvinding stoommachine
2. fabrieken ontstonden
3. huisnijverheid verdween
4. landbouw werd minder

            INDUSTRIALISATIE

Slide 3 - Slide


 1750  Groot-Brittannië
1. uitvinding stoommachine
2. bevolking groeide, vraag naar producten (kleding) groeide 
3. aan grondstoffen was makkelijk te komen

            

Slide 4 - Slide

1860 eerste fabrieken in Nederland
1.  veel huisnijverheid in Twente
2. veel Twentse bewoners wilden voor een laag loon in de fabrieken werken
3. kanalen en spoorwegen werden aangelegd
4. rond 1900 eerste steenkolen-mijnen in Zuid-Limburg

            

Slide 5 - Slide

Industrialisatie betekende economische verandering
1. Mijnbouw en metaalindustrie       werden erg belangrijk
2. Huisnijverheid en kleine werkplaatsen verdwenen
3. Boeren niet langer eigen baas, maar werkten voor loon in fabrieken
4. Veel producten werden goedkoper
5. Bezit van geld belangrijker dan bezit van landbouwgrond

Slide 6 - Slide

Industrialisatie betekende  verandering (gevolgen)
1. Landschap veranderde
2. Ontstonden nieuwe steden
3. Nieuwe groep mensen: arbeiders
4. Vervuild milieu

          In korte tijd (50 jaar) grote                                   veranderingen: 
            INDUSTRIËLE REVOLUTIE

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Wanneer was de Tijd van Burgers en Stoommachines?
A
1600-1700
B
1700-1800
C
1800-1900
D
1900-2000

Slide 9 - Quiz

Deze afbeelding hoort bij de Tijd van Burgers en Stoommachines
A
Juist
B
Niet juist

Slide 10 - Quiz

Wat was geen oorzaak voor de industrialisatie?
A
Verbeteringen in de landbouw
B
Transportrevolutie
C
Bevolkingsgroei
D
Nieuwe uitvindingen

Slide 11 - Quiz

Wat was een gevolg van de industrialisatie in Nederland?
A
een afname van de stedelijke bevolking
B
een toename van het aantal fabrieksarbeiders
C
het verdwijnen van de landbouw
D
een toename van de huisnijverheid

Slide 12 - Quiz


Wat is industrialisatie?
A
Een periode van grote en snelle verandering door de komst van industrie.
B
Het ontstaan van industrie (fabrieken) in een gebied waar eerst vooral landbouw was.
C
Een speciale dans.
D
Mensen die in fabrieken werken.

Slide 13 - Quiz

Waarom wordt de industrialisatie een (industriële) revolutie genoemd?

Omdat de industrialisatie....
A
een gevolg was van de Franse Revolutie.
B
een ingrijpende/belangrijke verandering was.
C
heel snel verliep.
D
met veel geweld plaatsvond.

Slide 14 - Quiz

Industrialisatie was een .... van bevolkingsgroei
A
Oorzaak
B
Gevolg

Slide 15 - Quiz

Wat is GEEN economisch gevolg van industrialisatie?
A
De mijnbouw en metaal-industrie werden heel belangrijk.
B
Veel producten werden goedkoper.
C
Het milieu raakte op grote schaal vervuild.
D
Het bezit van geld werd belangrijker dan het bezit van landbouwgrond

Slide 16 - Quiz

Wat is een oorzaak van industrialisatie in Groot-Brittannië?
A
Britse ondernemers waren slimmer dan ondernemers buiten Groot-Brittannië
B
Britse ondernemers konden gemakkelijk aan grondstoffen voor fabrieken komen.
C
De bevolkingsaantallen in Groot-Brittannië daalden.
D
Britse mensen wilden graag mooie kleren kopen.

Slide 17 - Quiz

Wat hoort niet bij industrialisatie
A
Industrie
B
Landbouw
C
Treinen
D
Stoommachine

Slide 18 - Quiz

Welk samenlevingstype ontstaat in de tijd van burgers en stoommachines?
A
De nomadische samenleving
B
De industriële samenleving
C
De landbouwstedelijke samenleving
D
Samenleving van jagers en verzamelaars

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Tijd over?
- lees paragraaf 2
- maak vraag 1 t/m 5
IN STILTE
Vragen, steek je vinger op.

Slide 21 - Slide