Week 1 - 1.1 De industriële revolutie

Week 1 - 1.1 De industriële revolutie
Tijdvak 8 - Burgers & stoommachines
1800 - 1900
1 / 11
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Week 1 - 1.1 De industriële revolutie
Tijdvak 8 - Burgers & stoommachines
1800 - 1900

Slide 1 - Slide

5 afspraken
  1. Telefoon in de telefoontas voordat je plaatsneemt. 
  2. Spullen in orde: leerwerkboek, schrift (a4), laptop (opgeladen)
  3. Op tijd in de les. 
  4. Spreken op een respectvolle manier.  
  5. Jassen uit in de lokalen, petten/mutsen/capuchons af in de school & lokaal

Slide 2 - Slide

Programma 
  1. Voorstellen                                                                                (5 min)
  2. Dit schooljaar                                                                           (5 min) 
  3.  Aan de slag met industriële revolutie                          (10 min)
  4. Huiswerk                                                                                     (20 min)
  5. Afsluiting                                                                                    (10 min) 

Slide 3 - Slide

Dit schooljaar heb jij bij je:
  • Laptop, schrift & leerwerkboek 
  • 3 toetsen, 3 PO's 
  • Leerdoelen
  • 50 minuten per week  

Slide 4 - Slide

Vorig schooljaar
Dit schooljaar
  • Tijdvak 1 - Jagers & boeren 

  •  Tijdvak 2 - Grieken & Romeinen

  •  Tijdvak 3 - Monniken & ridders

  • Tijdvak 4 - Steden & Staten 

  • Tijdvak 5 - Ontdekkers & hervormers
  • Tijdvak 8 - Burgers & stoommachines 

  • Tijdvak 9 - Tijd van Wereldoorlogen 

  • Tijdvak 10 - Tijd van televisies en computers

Slide 5 - Slide

Zet de tijdvakken op de juiste plek in de tijdlijn.
1800
1850
1900
1950
2000
1800-1900
1900-1950
1950-nu

Slide 6 - Drag question

Burgers & stoommachines (tijdvak 8)
  • 1800 - 1900 
  • 19e eeuw 
  • Tijd van uitvindingen: stoommachines 
  • Tijd van rijke burgers in de steden 
  • Centrum van dit alles: Groot Brittannië 

Slide 7 - Slide

Leerdoelen 1.1
1. Je kunt uitleggen waarom huisnijverheid verdween toen er fabrieken kwamen.  

2. Je kunt vier oorzaken noemen van de industrialisatie in Groot-Brittannië en beschrijven wanneer deze in Nederland begon. 

Slide 8 - Slide

1. Je kunt uitleggen waarom huisnijverheid verdween toen er fabrieken kwamen.  (p. 18)
  • Leg uit hoe gezinnen geld verdienden in de winter, voor dat er fabrieken bestonden. Geef ook de betekenis van het begrip huisnijverheid
  • Leg het begrip fabriek uit. 
  • Geef twee redenen waarom arbeiders in fabrieken meer produceerden dan huisnijverheid. 
  • Leg het begrip industrialisatie uit. 
2. Je kunt vier oorzaken noemen van de industrialisatie (p. 20) 
  • Noem vier oorzaken voor industrialisatie.
  • Benoem wanneer de revolutie in NL startten.  

Slide 9 - Slide

1. Je kunt uitleggen waarom huisnijverheid verdween toen er fabrieken kwamen.  
  • In de winter, was er weinig werk op platteland, mensen verdienden daarom bij dmv huisnijverheid: producten verwerken met de hand, (thuis) 
  • Fabriek: Grote werkplaats waar producten met machines gemaakt worden 
  1. Arbeiders werkten dag en nacht, het hele jaar door. 
  2. Producten werden gemaakt dmv stoommachines. 
  • Industrialisatie: de komst van fabrieken

Slide 10 - Slide

2. Je kunt vier oorzaken noemen van de industrialisatie (p. 20) 
  1. Bevolkingsgroei in Groot-Brittannië. Daardoor steeg de vraag naar producten.
  2.  Uitvindingen
  3. Platteland waren minder mensen nodig, gingen werken in fabrieken. 
  4. Goedkope grondstoffen: V.S. en eigen land. 
  • Nederland industrialiseerden vanaf 1860. 

Slide 11 - Slide