Meervouden

Nederlands
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 55 min

Items in this lesson

Nederlands

Slide 1 - Slide

Start les
- Zit je op je eigen plek?
- Ligt je jas in de kluis?
- Boek, schrift en pen graag op tafel.
- Laptop in de tas. (behalve Igor en Alina)
- Je bent stil bij start les, zodra de timer 
is afgelopen.

timer
1:30

Slide 2 - Slide

Planning:
20 min uitleg
Cursus 7 § 4

20 min werken
Opdracht 2, 3 en 4
Bladzijde 234 en 235




Doel:
Je kan woorden in het meervoud correct schrijven

Slide 3 - Slide

Meervouden
Veel zelfstandige naamwoorden hebben een meervoud.

Dit meervoud kan op verschillende manieren worden gevormd: 
- meervoud op -en/-ën 
- meervoud op 's
- meervoud op -s


Slide 4 - Slide

Woorden die eindigen op -ie krijgen in het meervoud -ën. Als de klemtoon op de ie valt komt er een extra e bij. 

Knie - knieën                  Drie - drieën
Bacterie - bacteriën     Kolonie - koloniën

Woorden die eindigen op -ee krijgen in meervoud ën
Zee - zeeën


Slide 5 - Slide

De apostrof
Na: a, i, o, u en y


pizza - pizza's
ski - ski's
foto - foto's
baby - baby's

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Trema
Als je het woord verkeerd kunt uitspreken, dan gebruik je een trema.
geëist, beïnvloed, poëzie, zeeën, coördinatie, financiën

In cijfers en getallen gebruik je een trema.
tweeënvijftig, drieëntachtig

Latijnse en Franse woorden die eindigen op -ei, -eus, -eum, en -ien krijgen geen trema.
museum, opticien, petroleum

Slide 8 - Slide

Geen trema!
Als er geen letterverwarring mogelijk is, zet je geen trema.

financieel
gekopieerd
begroeiing
opticien

Slide 9 - Slide

Zelfstandig werken
* cursus 7 - paragraaf 4
 Opdracht 2, 3 en 4

Ben je klaar? 
Dan blijf je stil en luister je naar het voorlezen.


timer
20:00

Slide 10 - Slide

Doelen deze les
Volgende les



Afsluiting

Zijn er nog vragen?
Controleer of je huiswerk hebt

Slide 11 - Slide