Meervouden

Nederlands
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 55 min

Items in this lesson

Nederlands

Slide 1 - Slide

Start les
Zit je op je eigen plek?
Is je mobiel uit het zicht?
Zijn je oortjes uit?
Hangt je jas aan de kapstok?
Zijn je pet en capuchon af?
Je bent stil bij start les.

timer
1:30

Slide 2 - Slide

Planning


Doel

Slide 3 - Slide

Pak je leesboek erbij!
Je gaat 10 minuten lezen.

 
timer
10:00

Slide 4 - Slide

Meervouden
Veel zelfstandige naamwoorden hebben een meervoud.

Dit meervoud kan op verschillende manieren worden gevormd: 
- meervoud op -en/-ën 
- meervoud op 's
- meervoud op -s


Slide 5 - Slide

Woorden die eindigen op -ie krijgen in het meervoud -ën. Als de klemtoon op de ie valt komt er een extra e bij. 

Knie - knieën                  Drie - drieën
Bacterie - bacteriën     Kolonie - koloniën

Woorden die eindigen op -ee krijgen in meervoud ën
Zee - zeeën


Slide 6 - Slide

De apostrof
Na: a, i, o, u en y


pizza - pizza's
ski - ski's
foto - foto's
baby - baby's

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Trema
Als je het woord verkeerd kunt uitspreken, dan gebruik je een trema.
geëist, beïnvloed, poëzie, zeeën, coördinatie, financiën

In cijfers en getallen gebruik je een trema.
tweeënvijftig, drieëntachtig

Latijnse en Franse woorden die eindigen op -ei, -eus, -eum, en -ien krijgen geen trema.
museum, opticien, petroleum

Slide 9 - Slide

Geen trema!
Als er geen letterverwarring mogelijk is, zet je geen trema.

financieel
gekopieerd
begroeiing
opticien

Slide 10 - Slide

Zelfstandig werken
* cursus 7 - paragraaf 4
 Alle opdrachten

Ben je klaar?

Ga dan verder met je presentatie.
timer
20:00

Slide 11 - Slide

Doelen deze les
Volgende les



Afsluiting

Zijn er nog vragen?
Controleer of je huiswerk hebt

Slide 12 - Slide