Welk soort licht zie je als je leest met een leeslampje?
A
kunstmatig licht in een spiegelend weerkaatst
B
kunstmatig licht in een diffuus weerkaatst
C
natuurlijk licht in een spiegelend weerkaatst
D
natuurlijk licht in een diffuus weerkaatst
1 / 46
next
Slide 1: Quiz
ScienceMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2
This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Welk soort licht zie je als je leest met een leeslampje?
A
kunstmatig licht in een spiegelend weerkaatst
B
kunstmatig licht in een diffuus weerkaatst
C
natuurlijk licht in een spiegelend weerkaatst
D
natuurlijk licht in een diffuus weerkaatst
Slide 1 - Quiz
Welkom in de les
Vandaag:
terugblik
lesdoelen §1.2
instructie §1.2
maken opgave uit het boek
afsluiten les
H1 - §1.2 - Spiegels
Slide 2 - Slide
Vragen §1.1
Slide 3 - Slide
Terugblik
Slide 4 - Slide
Opgave 12
Slide 5 - Slide
Opgave 13
Slide 6 - Slide
Opgave 23
Slide 7 - Slide
Convergente lichtbundel
Divergente lichtbundel
Evenwijdige lichtbundel
Slide 8 - Drag question
Welk soort licht zie je hier?
A
direct licht van een natuurlijke lichtbron
B
direct licht van een kunstmatige lichtbron
C
indirect licht van een natuurlijke lichtbron
D
indirect licht van een kunstmatige lichtbron
Slide 9 - Quiz
Je leert ...
van een punt een spiegelbeeld tekenen;
de spiegelwet toepassen voor lichtstralen en lichtbundels die op een spiegel vallen;
het gezichtsveld via een spiegel bepalen.
Slide 10 - Slide
Discussie!
Bedenk in welke richting de zee ligt.
Slide 11 - Slide
Spiegelen
Lees aandachtig de alinea 'Spiegelen' op blz. 18
Slide 12 - Slide
Spiegelen
Een virtueel beeld is een beeld dat je 'wel' kunt zien, maar dat er niet echt is.
Het beeld ziet er net zo uit als
het voorwerp.
- het heeft dezelfde vorm.
- het is even groot.
- het beeld staat net zo ver achter de
spiegel als het voorwerp ervoor.
Slide 13 - Slide
Spiegelen
De afstand van het voorwerp tot aan de
spiegel noemen we voorwerpsafstand (v)
De afstand van de spiegel tot aan het
beeld noemen we beeldafstand (b)
Slide 14 - Slide
Spiegelen
Het beeld in de spiegel staat net zo ver
achter de spiegel als ervoor.
v = b
Slide 15 - Slide
Spiegelen
Teken het spiegelbeeld van de driehoek ABC
Slide 16 - Slide
Spiegelen
Leg de loodlijn van je geodriehoek op lijn s zoals hiernaast.
Het spiegelbeeld A’ ligt even ver van
de spiegel-as als A.
Teken het spiegelbeeld van A.
Slide 17 - Slide
Spiegelen
Teken op dezelfde manier de punten B’ en C’.
Slide 18 - Slide
Spiegelen
Teken het spiegelbeeld ∆A’B’C’.
Je hoeft de hulplijnen niet uit te gummen.
Slide 19 - Slide
De Spiegelwet
Teken de spiegel en de invallende lichtstraal
Slide 20 - Slide
De Spiegelwet
Teken een hulplijn loodrecht op de spiegel, op de plek waar de lichtstraal de spiegel raakt. Deze hulplijn noemen we de normaal.
Slide 21 - Slide
De Spiegelwet
Meet de hoek tussen de normaal en de lichtstraal. Deze hoek noem je de hoek van inval.
Slide 22 - Slide
De Spiegelwet
Meet aan de andere kant van de normaal een even grote hoek af. Deze hoek noem je de hoek van terugkaatsing. Teken de teruggekaatste lichtstraal.
Slide 23 - Slide
De Spiegelwet
De spiegelwet: De hoek van inval is gelijk aan de hoek van terugkaatsing. i = t
Slide 24 - Slide
hoek van inval
hoek van terugkaatsing
normaal
Slide 25 - Drag question
Even oefenen!
Een lichtstraal valt op een vlakke spiegel.
a) Construeer de hoek van de teruggekaatste lichtstraal.
b) Geef hier aan wat de normaal is, de hoek van inval
en de hoek van terugkaatsing.
c) Hoeveel graden is de hoek van inval.
Slide 26 - Slide
Antwoord!
25 °
normaal
Slide 27 - Slide
Kijken via een spiegel
Lees aandachtig de alinea 'Kijken via een spiegel' op blz. 21
Slide 28 - Slide
Kijken via een spiegel
Teken het spiegelbeeld van het oog.
Teken de kijklijnen langs de spiegel.
Teken het gezichtsveld
Slide 29 - Slide
Kijken via een spiegel
Teken het spiegelbeeld van het oog.
Teken de kijklijnen langs de spiegel.
Teken het gezichtsveld
Slide 30 - Slide
Even oefenen!
In onderstaande afbeelding staat een man voor een spiegel.
De man kan zichzelf maar gedeeltelijk zien in de spiegel.
Construeer in de afbeelding het gedeelte wat de man
van zichzelf in de spiegel kan zien.
Klaar? Leg dan met een schets uit of de man naar voren of naar achteren moet stappen om meer van zichzelf te zien?
timer
10:00
Slide 31 - Slide
Antwoord!
Slide 32 - Slide
Pak je planner!
Noteer voor de volgende les
Lezen §1.2 uit je boek
Maak de "gewone" opgaven en route ⨀
kies eventueel uit:
✱ - route
Slide 33 - Slide
Aan de slag!
Lezen §1.2 uit je boek
Maak de "gewone" opgaven en route ⨀
kies eventueel uit:
✱ - route
Zs
Slide 34 - Slide
Aan de slag!
Lezen §1.2 uit je boek
Maak de "gewone" opgaven en route ⨀
kies eventueel uit:
✱ - route
Zf
Slide 35 - Slide
Wat weten we al?
Slide 36 - Slide
Wat is het juiste spiegelbeeld?
A
B
C
Slide 37 - Quiz
De hoek van inval is 70 graden, dan is de hoek van terugkaatsing ..... graden
A
35 graden
B
70 graden
C
140 graden
D
Dat kun je niet zeggen je hebt de normaal niet
Slide 38 - Quiz
Hoe heet een spiegelbeeld?
A
Weerspiegeling
B
Weerkaatsing
C
Asbeeld
D
Virtueel beeld
Slide 39 - Quiz
Wat weet je van de afstand tussen het spiegelbeeld en de spiegel en het afstand tussen het voorwerp en de spiegel?
A
Van spiegelbeeld is groter
B
Van voorwerp is groter
C
Even groot
Slide 40 - Quiz
hoe luidt de spiegelwet?
A
"Letters die je in een spiegelbeeld ziet zijn omgekeerd"
B
"Hoek van inval is gelijk aan hoek van terugkaatsing"
C
"Bolle spiegels zijn groter dan holle spiegels"
D
"Een spiegel is altijd vlak"
Slide 41 - Quiz
Hoe noemen we de rode lijn op de afbeelding hiernaast .
A
loodlijn
B
rode lijn
C
normaal
D
abnormaal
Slide 42 - Quiz
Bij terugkaatsing van een lichtstraal op een spiegel, moet je de hoek van inval en de hoek van terugkaatsing kennen. Welke hoek in figuur 1 is de hoek van terugkaatsing?
A
hoek 1
B
hoek 2
C
hoek 3
D
hoek 4
Slide 43 - Quiz
Wordt in de figuur hiernaast gebruik gemaakt van het spiegelbeeld of de spiegelwet?
A
De spiegelwet
B
Het spiegelbeeld
C
Weet ik niet
Slide 44 - Quiz
Je kunt nu .....
van een punt een spiegelbeeld tekenen;
de spiegelwet toepassen voor lichtstralen en lichtbundels die op een spiegel vallen;