H1.2 Onderzoeken

H1 Een nieuw vak
Par. 2 Onderzoeken

 
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NaskMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

H1 Een nieuw vak
Par. 2 Onderzoeken

 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wetenschappelijke methode
(onderzoek doen)
1. Onderzoeksvraag (wat wil je weten?)
2. Experiment bedenken en uitvoeren
3. Resultaten opschrijven in tabellen en grafieken
4. De conclusie (antwoord)

Slide 3 - Slide

Het pennetje gebruik ik wanneer de leerlingen aantekeningen moeten maken in hun map.
Wat zou jij eens willen onderzoeken?

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Tijdens het uitvoeren van het experiment
Je moet nauwkeurig waarnemen wat er gebeurt
Dit doe je met je zintuigen (zien, horen, voelen, ruiken, proeven)

Om heel precies te kunnen waarnemen gebruik je ook meetinstrumenten

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Welke meetinstrumenten
gebruik je bij NaSk?

Slide 6 - Mind map

This item has no instructions

Janna heeft het eten laten aanbranden.
Hoe weet ze dat vanuit de woonkamer?

Slide 7 - Mind map

This item has no instructions

Veilig waarnemen
Ruik nooit direct uit een fles met onbekende vloeistof

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Grootheden en eenheden
Grootheid is een eigenschap die je meet 
Eenheid is een hoeveelheid of maat


Grootheid
Eenheid
Massa
Kilogram (kg), gram (g), milligram (mg)
Lengte
Kilometer (km), meter (m), millimeter (mm)
Tijd
Uur (h), seconde (s), milliseconde (ms)

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Welke grootheid geeft aan hoe lang een voorwerp is?
A
Seconde
B
Massa
C
Lengte
D
Meter

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Welke eenheid heb je nodig om te meten hoeveel suiker je nodig hebt om een taart te bakken?
A
Massa
B
Gram
C
Tijd
D
Kilometer

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Welke grootheid meet je met een stopwatch?
A
Uren
B
Lengte
C
Meter
D
Tijd

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

1) Welke waarnemingen mag je altijd doen bij een onderzoek?
A
Horen en proeven
B
Horen en zien
C
Proeven en voelen
D
ruiken en voelen

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Waarom mag je bij NaSk nooit proeven van een stof?

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

3) Je wilt voorzichtig ruiken aan een fles met een onbekende vloeistof. Zet de stappen in de juiste volgorde
1.

2.

3.

4.
Haal de dop van de fles
Houd de fles een beetje van je af
Snuif een beetje van de lucht op
Wuif met je hand boven de fles, zodat de damp wordt verdeeld in de lucht 

Slide 15 - Drag question

This item has no instructions

4a) Wat staat er in de onderzoeksvraag?

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

4b) Leg uit wat de conclusie van een onderzoek is

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

5) Welk zintuig gebruik je waarvoor?
Huid
Neus
Ogen
Oren
Tong
Horen
Proeven
Ruiken
Voelen
Zien

Slide 18 - Drag question

This item has no instructions

6a) Geef aan of het goed of fout is wat Jens doet:
'Jens houd een fles met onbekende vloeistof vlak onder zijn neus'
A
Goed
B
Fout

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

6b) Geef aan of het goed of fout is wat Jens doet:
'Jens houd de fles een beetje van zich af'
A
Goed
B
Fout

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

6c) Geef aan of het goed of fout is wat Jens doet:
'Jens wuift een beetje damp naar zijn neus'
A
Goed
B
Fout

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

7a) Hoort de zin bij de onderzoeksvraag of bij de conclusie van een onderzoek?
'Gaat elektriciteit door een plastic buis heen?'
A
Onderzoeksvraag
B
Conclusie

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

7b) Hoort de zin bij de onderzoeksvraag of bij de conclusie van een onderzoek?
'Wie is het langst in deze klas?'
A
Onderzoeksvraag
B
Conclusie

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

7c) Hoort de zin bij de onderzoeksvraag of bij de conclusie van een onderzoek?
'De zon komt iedere dag op in het oosten'
A
Onderzoeksvraag
B
Conclusie

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

7d) Hoort de zin bij de onderzoeksvraag of bij de conclusie van een onderzoek?
'Serge wil weten hoe hoog het klaslokaal is'
A
Onderzoeksvraag
B
Conclusie

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

7e) Hoort de zin bij de onderzoeksvraag of bij de conclusie van een onderzoek?
'Papier brandt beter dan hout'
A
Onderzoeksvraag
B
Conclusie

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

7f) Hoort de zin bij de onderzoeksvraag of bij de conclusie van een onderzoek?
'Nick is het langste van de klas'
A
Onderzoeksvraag
B
Conclusie

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Ik kan beschrijven wat de onderzoeksvraag en de conclusie van een onderzoek zijn
0100

Slide 28 - Poll

This item has no instructions

Huiswerk voor de volgende keer
opdrachten 1.2

Slide 29 - Slide

This item has no instructions