2.2

Naam
Nummer
Naam
Nummer
Rhodé Bakker
1
Anouar Ouali
13
Jonah Balentina
2
Floris van der Reijd
14
Jasmijn Böhm
3
Yenthe Stalknegt
15
Eva Elzerman
4
Roan Vermeer
16
Shiloh Frijda
5
Anna van de Vijver
17
Ghina Gangadien
6
Mauro Westerbeek
18
Daan van Gelder
7
Kajan Wever
19
Luciano van Hal
8
Noor Yosef
20
Jane Huisman
9
21
Sama Kamali
10
22
Rodin Langejans
11
23
Klena Mohammed
12
24
25
1 / 12
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Naam
Nummer
Naam
Nummer
Rhodé Bakker
1
Anouar Ouali
13
Jonah Balentina
2
Floris van der Reijd
14
Jasmijn Böhm
3
Yenthe Stalknegt
15
Eva Elzerman
4
Roan Vermeer
16
Shiloh Frijda
5
Anna van de Vijver
17
Ghina Gangadien
6
Mauro Westerbeek
18
Daan van Gelder
7
Kajan Wever
19
Luciano van Hal
8
Noor Yosef
20
Jane Huisman
9
21
Sama Kamali
10
22
Rodin Langejans
11
23
Klena Mohammed
12
24
25

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Herhalen vorige les.
  • Huiswerk controleren.
  • Uitleg 2.1 en 2.2
  • Werken.
  • Uitleg 2.2

Slide 2 - Slide

  1. Wat doen de mensen op het plaatje?
  2. Wie mochten er niet mee stemmen?
  3. Gebeurde dit in alle poleis?

Slide 3 - Slide

Nakijken.

  • Paragraaf 2.1 vraag 3, 5, 6, 10 en 13.
  • Eén persoon leest de vraag voor.
  • Heb je iets anders? Steek je vinger op en zeg het, soms is meer dan één antwoord goed.
  •  Zorg ervoor dat je de juiste antwoorden overneemt.

Slide 4 - Slide

Lesdoelen
  • Ik kan uitleggen hoe het leven in een Griekse stadstaat eruitzag.
  • Ik kan een beschrijving geven van vier verschillende manieren waarop Griekse stadstaten werden bestuurd.
  • Ik kan uitleggen hoe de Atheense democratie werkte en wat er anders was dan de democratie in Nederland nu.
  • Ik kan beschrijven hoe de democratie in Athene en andere Griekse stadstaten verdween.

Slide 5 - Slide

Het dagelijkse leven.
  • Landbouw was belangrijk, maar handel was belangrijk, omdat er te weinig verbouwd kon worden.
  • Mannen bepaalden wat er moest gebeuren. Zij stonden aan het hoofd van een gezin.
  •  De vrouwen richtten zich van jongs af aan op het huwelijk.

Slide 6 - Slide

Bestuur
Kenmerk
Monarchie
Een koning heeft de alle macht. Hij word door een raad geholpen bij het bestuur.
Aristocratie
Rijke mannen hebben de macht. Ze verdedigen de stad en kopen hun eigen wapenuitrusting.
Tirannie
Eén persoon heeft alle macht.
Democratie
Het volk heeft de macht*

Slide 7 - Slide

Democratie in Athene 500 v.C.

Slide 8 - Slide

Aan het werk.

10 minuten. 
Werk in tweetallen of met z'n drieën.
Lees blz. 65 en 66.
Maak vraag 1 t/m 5.
timer
10:00

Slide 9 - Slide

En nu?
Nederland is een democratie, maar toch heel anders:
  • Beroepspolitici. Mensen werken in de politiek.
  • Alle Nederlanders boven de 18  mogen stemmen.
  • Een regering blijft 4 jaar zitten.
  • Vrouwen mogen ook in de politiek.

Slide 10 - Slide

Einde democratie
  • Eerst nemen andere poleis democratie over.
  •  Na 350 v.C. verovert Philippus Athene en andere poleis.
  • Ook zijn zoon Alexander beslist over oorlog en vrede.

Slide 11 - Slide

Aan het werk.

10 minuten. 
Werk in tweetallen of met z'n drieën.
Lees blz. 65 en 67.
Maak vraag 1 t/m 12 .

Slide 12 - Slide