This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Planning
Terugkoppeling
Leerdoelen vandaag
Uitleg leerdoelen( Les)
Klaar? Werken in portal
Slide 1 - Slide
Mutualisme
Parasitisme
Commensalisme
Slide 2 - Drag question
Sleep naar juiste afbeelding
Ecosysteem
Biotisch
Abiotisch
Slide 3 - Drag question
Er zijn 3 verschillende vormen van Symbiose. Één heeft voordeel en één is neutraal, dit is:
A
Commensalisme
B
Parasitisme
C
Mutualisme
Slide 4 - Quiz
Algen behoren tot de planten en maken glucose en andere organische stoffen door fotosynthese. Algen zijn..
A
Reducenten
B
Consumenten
C
Afvaleters
D
Producenten
Slide 5 - Quiz
Afvaleters ( verwerkers)
Consumenten ( meer niveaus)
Reducenten
Slide 6 - Drag question
koolstof kringloop
Verbranding
Glucose + zuustof = koolstofdioxide + water
Slide 7 - Slide
In de koolstofkringloop wordt door veel organismen stoffen verbrand. Welke organismen in de koolstofkringloop doen aan verbranding? Meerdere antwoorden mogelijk.
A
planten
B
dieren
C
schimmels
D
bacteriën
Slide 8 - Quiz
Biodiversiteit
Natuurbeheer
Rood
Je licht het begrip biodiversiteit toe.
Je beschrijft de biodiversiteit in je eigen omgeving.
Wit/ Blauw
Je legt uit hoe ecosystemen ontwikkelen door successie. Je legt de invloed van natuurbeheer op ecosystemen uit.
Wit /Blauw
Je licht het begrip biodiversiteit toe.
Je inventariseert organismen in je eigen omgeving en trekt conclusies over de biodiversiteit.
Slide 9 - Slide
Biodiversiteit
Biodiversiteit
Slide 10 - Slide
Biodiversiteit
De biodiversiteit zegt iets over het aantal verschillende soorten dat je in een gebied vindt. Het is een synoniem van soortenrijkdom.
Hoog biodiversiteit: Heel veel verschillende soorten
Laag biodiversiteit: Weinig verschillen de soorten
Slide 11 - Slide
Wat is biodiversiteit?
A
het aantal oorspronkelijke plantensoorten
B
het aantal oorspronkelijke diersoorten
C
de variatie aan soorten in de natuur
D
het verdwijnen van soorten in de natuur
Slide 12 - Quiz
Door milieuproblemen neemt de biodiversiteit toe.
A
juist
B
onjuist
Slide 13 - Quiz
Waar heb je de meeste biodiversiteit: 1: Bos met 100 bomen van zelfde soort 2: Bosje met 10 bomen van verschillende soorten
A
1
B
2
Slide 14 - Quiz
Biodiversiteit
Natuurbeheer
Rood
Je licht het begrip biodiversiteit toe.
Je beschrijft de biodiversiteit in je eigen omgeving.
Wit
Je legt uit hoe ecosystemen ontwikkelen door successie. Je legt de invloed van natuurbeheer op ecosystemen uit.
Wit
Je licht het begrip biodiversiteit toe.
Je inventariseert organismen in je eigen omgeving en trekt conclusies over de biodiversiteit.
Nu dit doel.
Slide 15 - Slide
Waarvoor gebruiken wij onze omgeving ?
Slide 16 - Mind map
De mens en zijn omgeving
Mensen zijn afhankelijk van hun omgeving.
Mensen halen voedsel, water, zuurstof, grondstoffen en energie uit het milieu, en ze gebruiken de natuur voor recreatie.
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Invloed van de mens
Door het uitputten van het milieu verdwijnen leefgebieden van dieren.
Diersoorten hebben weinig of geen gebied meer om te leven en worden bedreigd. Ze kunnen zelfs uitsterven (zie volgende dia's).
De variatie in de natuur neemt zo ook af = weinig biodiversiteit.
Slide 19 - Slide
Van welke soort weet je dat hij bedreigd wordt?
Slide 20 - Open question
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Stropen voor neushoornhoorn
Slide 24 - Slide
Voor 49.000 dollar loop je tien dagen door de savanne van Zimbabwe, op zoek naar een mooie, grote leeuw. Om die dan vakkundig af te schieten en ermee op de foto te gaan.
Slide 25 - Slide
Mooie foto's voor het familie-album ?
Slide 26 - Slide
Hoe lossen we het op?
Slide 27 - Slide
Herintroductie
Zo proberen we dier- of plantensoorten terug te brengen in de natuur.
Bv. ooievaars, deze zijn nu niet meer bedreigd.
Slide 28 - Slide
Natuurbeheer
Maatregelen om de natuur te behouden, te beschermen of te herstellen.