This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
NOVA overgangskatern
les 1 - Katern
H2.2 Moleculen en atomen
Nodig: schrift
VWO
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Je weet welke binding wordt verbroken bij een fase overgang of mengen.
Je weet welke binding wordt verbroken bij een chemische reactie.
Slide 2 - Slide
Aggregatie toestand en fase-overgang.
Open de simulatie op de volgende dia en zoek uit wat er gebeurt met de bindingen tussen de moleculen.
Beantwoord daarna de vragen.
Slide 3 - Slide
https:
Slide 4 - Link
Vraag 1a. In een mengsel komt meer dan één soort moleculen voor.
A
waar
B
niet waar
Slide 5 - Quiz
Vraag 1b. Bij scheiden gaan de moleculen kapot.
A
waar
B
niet waar
Slide 6 - Quiz
Vraag 1c. De moleculen van één stof zijn allemaal gelijk aan elkaar.
A
waar
B
niet waar
Slide 7 - Quiz
Vraag 1d. Als water verdampt bewegen de moleculen zo snel dat ze kunnen ontsnappen aan elkaars aantrekkingskracht. Deze aantrekkingskracht tussen moleculen heet:
A
atoombinding
B
vanderWaalsbinding
Slide 8 - Quiz
Vraag 1e. In de vaste fase van een stof kunnen de moleculen niet bewegen.
A
waar
B
niet waar
Slide 9 - Quiz
Chemische reactie
Kijk het filmpje op de volgende dia en ga na wat er bij een chemische reactie gebeurt met de bindingen tussen de atomen.
Beantwoord daarna de vragen.
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
Vraag 2a. Bij een chemische reactie gaan de atomen kapot.
A
waar
B
niet waar
Slide 12 - Quiz
Vraag 2b. Bij een chemische reactie herschikken de atomen zich in nieuwe groepjes.
A
waar
B
niet waar
Slide 13 - Quiz
Vraag 2c. De aantrekkingskracht tussen atomen in een molecuul wordt vaak weergegeven met een streepje of een stokje. Deze aantrekkingskracht heet:
A
atoombinding
B
vanderWaalsbinding
Slide 14 - Quiz
Vraag 2d Een ontleedbare stof bevat:
A
één atoomsoort
B
meerdere atoomsoorten
Slide 15 - Quiz
Vraag 3. Neem de tabel over in je schrift en vul hem in. Gebruik het Periodiek systeem der elementen op de volgende dia.
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Kijk vraag 3 na:
Slide 18 - Slide
Vraag 4a.
Elke atoomsoort heeft zijn eigen symbool. Het zorgvuldig gebruik van hoofdletters en kleine letters is belangrijk.
Sleep de formule naar de juiste naam.
Tin
Zwavelnitride
Sn (s)
SN (g)
Slide 19 - Drag question
Vraag 4b. Leg het verschil uit tussen Co (s) en CO (g).
Slide 20 - Open question
Yes, je hebt de les nu bijna afgerond ...
in de volgende dia ga je verder met de evaluatie.
Slide 21 - Slide
Schrijf drie dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 22 - Open question
Schrijf één of twee dingen op die je deze les nog niet zo goed hebt begrepen.