het lidwoord na amer, adorer, préférer en détester

het lidwoord na aimer, adorer, préférer en détester
Na de werkwoorden aimer, adorer, préférer en détester komt altijd het lidwoord: le, la, l' of les
1 / 13
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

het lidwoord na aimer, adorer, préférer en détester
Na de werkwoorden aimer, adorer, préférer en détester komt altijd het lidwoord: le, la, l' of les

Slide 1 - Slide

Voorbeelden
Ik houd van chocola.
J'aime le chocolat
Ik heb een hekel aan sinaasappels.
je déteste les oranges


Slide 2 - Slide

Thuis, geven we de voorkeur aan pasta.


à la maison on préfère ....... pâtes
A
du
B
des
C
les

Slide 3 - Quiz

Mijn moeder voegt vlees toe.


Ma mère ajoute ....... viande
A
du
B
de la
C
les

Slide 4 - Quiz

Ik heb een hekel aan tomaten.


je déteste ....... tomates
A
du
B
de la
C
les

Slide 5 - Quiz

Ik ben dol op kaas.


j'adore ..........fromage
A
du
B
de
C
le
D
les

Slide 6 - Quiz

Wij eten de hele dag groente.


On mange .......... légumes toute la journée
A
du
B
des
C
le
D
les

Slide 7 - Quiz

ik hou van cola.


j'aime ......... coca
A
du
B
des
C
le
D
les

Slide 8 - Quiz

Mijn ouders drinken koffie.

Mes parents boivent ............ café.
A
du
B
des
C
le
D
les

Slide 9 - Quiz

Ik haat koffie.

je déteste ........ café
A
le
B
de
C
du
D
les

Slide 10 - Quiz

Zij drinkt water.


Elle boit de ........eau
A
le
B
la
C
l'
D
les

Slide 11 - Quiz

Hij eet brood.


Il mange............pain.
A
le
B
la
C
du
D
les

Slide 12 - Quiz

Ik heb een hekel aan appelsap.


je déteste ....... jus de pomme
A
le
B
les
C
la
D
du

Slide 13 - Quiz