This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
H2: De Romeinen
Tijdvak: Grieken en Romeinen
Slide 1 - Slide
Toets H2 De Romeinen
Leer paragraaf 1 t/m 3
(gebruik de samenvatting en begrippen blz. 84)
Slide 2 - Slide
De tijd van Grieken en Romeinen duurde van.....
A
3000 na tot 500 voor Christus
B
500 voor tot 500 na Christus
C
3000 voor tot 500 na Christus
Slide 3 - Quiz
Er waren grote verschillen tussen rijke en arme mensen in het Romeinse rijk.
A
juist
B
onjuist
Slide 4 - Quiz
Caesar en zijn soldaten veroverden Zuid Nederland rond het jaar .....
A
50 voor Christus
B
500 na Christus
Slide 5 - Quiz
Hoe heet de grens van het Romeinse rijk in Nederland?
A
limoen
B
de Rijn
C
de Maas
D
de Amstel
Slide 6 - Quiz
Waarom maakten de Romeinen gebruik van de Rijn als grens?
Slide 7 - Open question
Welke nieuwe godsdienst ontstond in het Romeinse rijk?
A
Jodendom
B
Christendom
C
Islam
D
Veelgodendom
Slide 8 - Quiz
Hoe herken je de Grieks-Romeinse bouwstijl?
A
vierkanten
B
pilaren
C
bogen
D
strakke lijnen
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Slide
Hoe kwam het Romeinse rijk aan zijn einde?
Slide 11 - Open question
Waarom was de Romeinse democratie geen echte democratie?
A
In het bestuur zaten alleen mannen uit rijke families.
B
Je mocht alleen meedoen aan het bestuur als je jong was.
C
Je mocht ook stemmen als je geen Romeins burger was.
D
Vrouwen mochten niet meedoen aan de politiek.
Slide 12 - Quiz
De Romeinen kenden munten... Maar kenden de Romeinen ook al briefgeld?
A
Ja
B
Nee
Slide 13 - Quiz
Waarom legden de Romeinen wegen aan door het Romeinse Rijk?
A
Voor handel en ambulances
B
Voor paardenrennen en handel
C
Voor de verdediging en de handel
D
Voor de handel en voor het fijner lopen
Slide 14 - Quiz
Hoe moesten de Romeinen de Romeinse keizers behandelen?
A
Als een slaaf
B
Als een god
C
Als een keizer
D
Als een consul
Slide 15 - Quiz
Waarom wilden veel niet-Romeinen in het Romeinse leger?
A
Om Romeinse burgerrechten te krijgen.
B
Om in het Romeinse Rijk te mogen wonen.
C
Om godsdienstvrijheid te krijgen.
D
Om bij de Romeinse elite te horen.
Slide 16 - Quiz
Goed of fout? 1. De Romeinen gaven Griekse goden Romeinse namen. 2. De Romeinen verspreidden hun cultuur door het hele Romeinse rijk.
A
Beide zijn goed.
B
1. is goed e n 2. is fout.
C
1. is fout en 2. is goed.
D
beide zijn fout.
Slide 17 - Quiz
Wat namen Volkeren uit het romeinse rijk over van de Romeinen?
A
Goudmijnen
B
Latijnse taal
C
Badhuizen
D
Treinen
Slide 18 - Quiz
Romeinen vormden bondgenootschappen met andere volken binnen het Romeinse rijk
A
waar
B
niet waar
Slide 19 - Quiz
Waar of niet waar: Romeinse burgers werden door de Romeinse wetten beschermd in het hele Romeinse Rijk.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 20 - Quiz
Waar of niet waar? Ook niet-romeinen diende in het Romeins leger
A
waar
B
niet waar
Slide 21 - Quiz
Het Romeinse Rijk was heel groot. Toch lukte het de Romeinen om dit rijk onder controle te houden.
Wat is een verklaring hoe het de Romeinen lukte het grote Romeinse Rijk onder controle te houden?
A
De Romeinen hadden weinig vijanden
B
De Romeinen veroverden vooral gebieden in Europa waardoor het een culturele eenheid bleef
C
Er was nauwelijks verzet omdat de Romeinen geen krijgsgevangenen maakten
D
Nieuw veroverde gebieden leverden de Romeinen landbouwgrond en belastingen op
Slide 22 - Quiz
Bataven waren ook in staat burgerrechten te krijgen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 23 - Quiz
Door de Romeinen gingen Bataven:
A
Romeins Geld gebruiken
B
Bidden tot Romeinse goden
C
Schrijven in het Latijn
D
Handelen met Romeinen
Slide 24 - Quiz
Wie heeft geen burgerrecht?
A
Een veteraan van het Romeinse leger uit Gallia
B
De vrouw van een belangrijke senator
C
De beroemdste gladiator van Rome
D
Een arme Romeinse proletarier op zoek naar werk
Slide 25 - Quiz
Wat is een democratie?
A
Een koning(in) heeft de macht
B
Een kleine groep mensen heeft de macht
C
De adel heeft de macht
D
Het volk heeft de macht
Slide 26 - Quiz
Wat is een voorbeeld van de Grieks-Romeinse cultuur?
A
Democratisch bestuur
B
Gladiatorenspelen
C
Bouwen met zuilen
D
De Gladius
Slide 27 - Quiz
Hoe ontstond de Grieks-Romeinse cultuur?
A
De Grieken veroverden Romeinse gebieden en namen hun cultuur over
B
De Romeinen veroverden Griekse gebieden en namen hun cultuur over
Slide 28 - Quiz
Welk begrip? Jezus vertelde over het (Joodse) geloof, hij was een....
Slide 29 - Open question
Invulvraag: (twee woorden) Onder de bevolking van Rome waren grote sociale verschillen. Dit noemen we ook wel het verschil tussen ... en ....
Slide 30 - Open question
Invulopdracht: Welke rivier gebruikten de Romeinen in Nederland gebruikten ze de rivier ...als noordelijke grens van hun rijk. Deze moest hun beschermen tegen de 'strijdvaardige' Germanen.
Slide 31 - Open question
Welk begrip? Keizer Constantijn stopte met het vervolgen van de Christenen, daarnaast liet hij ze openlijk hun godsdienst uitoefenen, hij gaf de Christenen ...
Slide 32 - Open question
Welk jaartal? In welk jaar werd Rome een keizerrijk?
Slide 33 - Open question
Welk begrip? Een rijk dat bestaat uit meerdere werelddelen heet een...
Slide 34 - Open question
Welk begrip? De Romeinen zagen Jezus als een onruststoker. Ze pakten hem op en kruisigden hem. Veel mensen zagen Jezus als de 'verlosser'. Op deze manier ontstond het nieuwe geloof, het ...
Slide 35 - Open question
Invulopdracht: Door... tegen Romeinen raakten veel joden verspreid over het Romeinse rijk
Slide 36 - Open question
Bonusvraag: De Romeinen geloofden in meerdere (staats)goden. Volgens het geloof van de joden, het ... was er maar één God.
Slide 37 - Open question
Welk begrip? Een gebied met een regering heet een ...
Slide 38 - Open question
Welk begrip? De Romeinen waren 'fan' van de Griekse bouwwerken. Hoe noemen we de combinatie tussen de cultuur van de Grieken en de Romeinen?
Slide 39 - Open question
Welk begrip? De Romeinse regering stelde veel wetten, oftewel regels in om hun rijk stabiel en rustig te houden. Wat is ook wel een ander woord voor 'regering'?
Slide 40 - Open question
Bonusvraag: (2 begrippen) 1 op de 10 inwoners van Rome was een ..., deze werden vaak meegenomen als ... uit veroverde gebieden.
Slide 41 - Open question
Welk begrip? Binnen het Romeinse rijk woonden veel verschillende volkeren. Een samenleving met meerdere culturen bij elkaar heet ook wel een ...
Slide 42 - Open question
Welk begrip? Heilige gebouwen waar mensen bij elkaar komen binnen het Christendom noemen we kerken, bij het Jodendom zijn dit...
Slide 43 - Open question
Let op! Jaartal en begrip: De stad Rome ontstond in .... en werd een ...
Slide 44 - Open question
Welk begrip? Omstreeks 30 n.Chr. trok Jezus van Nazareth door het land Judea. Verhalen over hem zijn verzameld in de ....
Slide 45 - Open question
Welk begrip? Hij is de leider van de Rooms-katholieke kerk