Gambia - MH 1

 Gambia
1 / 27
next
Slide 1: Slide
aardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

 Gambia

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat is geen cultuurelement?
A
Religie
B
Klimaat
C
Feesten
D
Bouwstijl

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Van welk cultuurkenmerk is dit een voorbeeld?
A
Godsdienst
B
Taal
C
Kleding
D
Voedsel

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Een cultuurgebied is
A
Waar veel toeristen komen
B
Waar een gemeenschappelijke cultuur is
C
Waar mensen hetzelfde geloof hebben

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Kies het juiste antwoord.
De ligging rond de evenaar zorgt voor:

A
hoge temperaturen en weinig neerslag
B
lage temperaturen en weinig neerslag
C
hoge temperaturen en veel neerslag
D
lage temperaturen en veel neerslag

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

In het tropisch regenwoud is er veel:
A
Stijgingsregen
B
Stuwingsregen
C
Frontale regen

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat is geen basisbehoefte?
A
onderwijs
B
gezondheidszorg
C
voedsel
D
internetaansluiting

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Landbouw
Industrie
Dienst-
verlening

Slide 8 - Drag question

This item has no instructions

Samenstelling beroepsbevolking nu
Beroepsbevolking =
de mensen die betaald werk (willen) doen,
Industrie

Diensten
Landbouw

Slide 9 - Drag question

Bedenk is hoe de cirkel er vroeger uit zag, dus wat was toen de verdeling?
Noteer twee kenmerken van het klimaat van Gambia.



Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Wat betekent de afkorting BNP?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Hoe noem je een land dat in bezit is/ was van een (vaak) Europees land?
A
Staat
B
Natiestaat
C
Handelspartner
D
Kolonie

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een kolonie?
A
Een cultuurgebied
B
Een gebied met gemeenschappelijke cultuur
C
Een gebied waar een ander land de baas is
D
Een gebied waar twee culturen zich mengen

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat is cultuur?
A
Samen met elkaar eten
B
Alles wat je doet in het dagelijks leven
C
Samen met je familie op vakantie gaan
D
Alles wat is aangeleerd

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Onder cultuur verstaan we de tradities en gewoontes van een land of gebied.
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Welk cultuurkenmerk past bij deze thematische kaart?
A
Taal
B
Inrichting van het landschap
C
Geloof
D
Voedsel

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Welke zinnen zijn juist?
A Landen met een laag inkomen hebben ook een laag analfabetismecijfer
B Landen met een laag inkomen hebben een lage artsendichtheid
C De Harmattan brengt droge, stoffige lucht uit het Noordwesten
D De westkust van Afrika werd vroeger de slavenkust genoemd
A
B-C-D
B
B-D
C
A-B-C-D
D
A-B

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Sleep het getal steeds naar de goede stelling!.
1. In Nederland is de artsendichtheid hoog / laag.
2. In Gambia ligt de zuigelingensterfte lager / hoger dan in Nederland.
3. Nederland heeft een laag / hoog analfabetismecijfer.
4. Gambia heeft een hoog / laag ontwikkelingspeil vergeleken met Nederland.
Beoordeel de stellingen. 
Hoog
Laag
Hoger
Lager
Hoog
Laag
Hoog
Laag
1
2
3
4

Slide 18 - Drag question

This item has no instructions

In Gambia is het altijd lekker warm. Waarom komen toeristen vooral in de winter naar Gambia?

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Formele sector ( = normale dienstensector)
Informele sector
Sleep de woorden naar het juist sector:
Informele sector
Auto's wassen
Minister
Automonteur
Oppassen
Rommelmarkt verkopen
Onderwijzer

Slide 20 - Drag question

This item has no instructions

Een land heeft 100.000 inwoners.
Het geboortecijfer is: 8‰
Hoeveel kinderen zijn er levend geboren?
A
8
B
80
C
800
D
8000

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

a Hoe kun je zien dat cirkel B bij een arm land hoort?
b Hoe kun je zien dat cirkel C bij een rijk land hoort?

1= landbouw, 2 = industrie, 3 = diensten

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Noteer twee pushfactoren die ervoor zorgen dat mensen van het platteland naar de stad verhuizen.

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

Wat is het andere woord voor verstedelijking?

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Maak de juist combinaties door te slepen.
In een land zijn veel mensen die niet kunnen lezen en schrijven.
Hongersnoden dreigen en er is weinig veilig drinkwater.
Het aantal inentingen dat wordt gegeven aan jonge kinderen, ligt erg laag.
Veel mensen hebben thuis toegang tot schoon drinkwater en riolering.
Onderwijs
Voedsel
Huisvesting
Gezondheidszorg

Slide 25 - Drag question

This item has no instructions

Geef de betekenis van het begrip: sterftecijfer

Slide 26 - Open question

This item has no instructions

Geef de betekenis van het begrip: kunstmatige grens

Slide 27 - Open question

This item has no instructions