4GL H 1 tm 5

Wie zitten er in de regering?
A
Koning
B
Koning+ ministers
C
ministers + staatssecretarissen
D
Tweede Kamer
1 / 18
next
Slide 1: Quiz
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wie zitten er in de regering?
A
Koning
B
Koning+ ministers
C
ministers + staatssecretarissen
D
Tweede Kamer

Slide 1 - Quiz

Slide 2 - Slide

Welke partij levert bij deze uitslag de formateur?
A
GL
B
VVD
C
PVV
D
SP

Slide 3 - Quiz

Wat doet een informateur?
A
Onderzoeken welke partijen met elkaar in een regering kunnen
B
Onderzoeken wie de nieuwe Tweede Kamervoorzitter wordt
C
De leider van de grootste partij

Slide 4 - Quiz

Een coalitie is:
A
alle partijen die samenwerken in de regering
B
Alle partijen die niet in de regering zitten
C
Alle Eerste Kamerleden

Slide 5 - Quiz

Hoeveel zetels heeft de Tweede Kamer
A
100
B
76
C
150
D
201

Slide 6 - Quiz

Nederland is niet een....
A
constititionele monarchie
B
dictatuur
C
democratie
D
rechtsstaat

Slide 7 - Quiz

Ministers behoren tot de (2)
A
wetgevende macht
B
rechterlijke macht
C
uitvoerende macht

Slide 8 - Quiz

Bij welke politieke stroming hoort naastenliefde?
A
Christen-democratie
B
Liberalisme
C
Sociaal-democratir
D
Populisme

Slide 9 - Quiz

wat is een referendum?
A
Stemmen over de provincie
B
burgers stemmen over een nieuwe wet
C
Tweede Kamer verkiezingen

Slide 10 - Quiz

Welke stroming is voorstander van referenda?
A
Liberalisme
B
Populisme
C
Ecologisme
D
Nationalisme

Slide 11 - Quiz

Je stelt jezelf verkiesbaar...
A
Passief kiesrecht
B
Actief kiesrecht

Slide 12 - Quiz

Wanneer wordt er een nieuwe regering gevormd?
A
Iedere 4 jaar
B
Iedere 8 jaar
C
Iedere 4 jaar of als een kabinet is gevallen
D
Iedere 2 jaar

Slide 13 - Quiz

Welke stroming heeft als uitgangspunt: rentmeesterschap
A
Liberalisme
B
Nationalisme
C
Christen-democratie

Slide 14 - Quiz

Welke partij is het meest links?
A
PvdA
B
SP
C
D66
D
Denk

Slide 15 - Quiz

Welke drie christelijke partijen zijn er?
A
SGP, VVD, CU
B
CU, CDA, DENK
C
SGP, CDA , FVD
D
CDA, CU SGP

Slide 16 - Quiz

De SGP is heel erg
A
progressief
B
nationalistisch
C
conservatief

Slide 17 - Quiz

De formateur is..
A
De Tweede Kamer voorzitter
B
De leider van de kleinste partij
C
De leider van de grootste partij

Slide 18 - Quiz