H2 HV1 REP par 1-2-3-4: Grote natuurlandschappen op aarde

havo/vwo 1 
REP H2: landschappen op aarde





Lees de vragen goed en check voordat je de toets inlevert of je alle vragen gemaakt hebt. Typ duidelijk a., b. en c. als je meerdere antwoorden moet geven bij een vraag.
Succes!
1 / 22
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

havo/vwo 1 
REP H2: landschappen op aarde





Lees de vragen goed en check voordat je de toets inlevert of je alle vragen gemaakt hebt. Typ duidelijk a., b. en c. als je meerdere antwoorden moet geven bij een vraag.
Succes!

Slide 1 - Slide

Maar de zin af. Schrijf alleen de letter van het juiste antwoord op: Woestijnen liggen....
A vooral tussen 20° en 40° N.B. en 20° en 40° Z.B.
B dicht bij de evenaar
C vooral boven de 40° N.B en Z.B.

Slide 2 - Open question

Goed of fout? Bepaal dat voor iedere zin:
a De keerkringen zijn de grens van de tropen.
b In het tropische regenwoud is een lage bevolkingsdichtheid.
c Als je van een plaats op hoge breedte naar een plaats op lage breedte reist, dan daalt de gemiddelde temperatuur.

Slide 3 - Open question

Welke uitspraken zijn juist? Noteer alleen de juiste letters.
A In de tropen staat de zon midden op de dag heel hoog.
B Schuine zonnestralen geven meer warmte dan rechte zonnestralen.
C De breedteligging is van grote invloed op de temperatuur.
D De poolstreken liggen op lage breedte, omdat de zon schuin invalt.

Slide 4 - Open question

Maak de zin weer kloppend: Door de warmte stijgt de lucht in het gebied rond de evenaar op. Bij het opstijgen ...........1............ Er ontstaan dan wolken en het kan gaan regenen. De regens in het gebied rond de evenaar noem je
................2..................
A
1 = warmt lucht op. 2 = stijgingsregens.
B
1 = koelt lucht af. 2 = stijgingsregens.
C
1 = warmt lucht op. 2 = stuwingsregens.
D
1 = koelt lucht af. 2 = stuwingsregens.

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Drag question

Sleep de onderdelen naar de juiste plek in de afbeelding.
Droog
Verdamping
Nat
Stijgingsregen
droge lucht

Slide 7 - Drag question

Sleep de onderdelen naar de juiste plek in de afbeelding.
Neerslag 
Temperatuur
Locatie
Maand

Slide 8 - Drag question

Geef de betekenis van deze begrippen:
a. Keerkringen
b. Extensieve veeteelt
c. Biodiversiteit
d. Gletsjer

Slide 9 - Open question

Noem de drie redenen waarom er ontbossing plaatsvind.

Slide 10 - Open question

Leg in je eigen woorden uit waarom er een woestijn voorkomt in Australië

Slide 11 - Open question

a Wat wil het woord ‘duurzaam’ zeggen?
b Geef een voorbeeld van duurzaam gebruik in de bosbouw.

Slide 12 - Open question

Welke uitspraken zijn juist? Noteer alleen de juiste letters.
A De toendra ligt op hoge breedte.
B De taiga ligt in de poolstreken.
C Gebieden rondom de evenaar liggen op lage breedte.
D Nederland ligt in de gematigde zone.

Slide 13 - Open question

a Waarom liggen de dichtbevolkte gebieden in Zwitserland in het noorden van het land?
b Waarom komen toeristen in de zomer naar de Alpen?
c. Waarom komen toeristen in de winter naar de Alpen?

Slide 14 - Open question

Zet a t/m d onder elkaar op je blad en zet het juiste woord erachter.
a Bevroren zeewater in (bijvoorbeeld) de Noordelijke IJszee heet zee-ijs of .........
b Een ander woord voor plantengroei is ..........
c Mensen hebben huizen, wegen, akkers, weilanden en andere dingen aangelegd. Dit is een ......... landschap.
d Een hoogtegordel in de bergen met min of meer dezelfde plantengroei als in de toendra noem je een .........

Slide 15 - Open question

a. Welke van de onderstaande landschapszones vind je niet op Groenland? Schrijf de nummers (kies uit 1 t/m 4) hiervan op.
b. Zet de landschappen in de goede volgorde van koud naar minder koud
1 taiga
2 loofbossen
3 landijs, drijfijs en pakijs
4 toendra


Slide 16 - Open question

Maak de juiste combinaties.
Groenland

Noordelijke IJszee

ijsberg
tropen
keerkring
Pakijs
Drijfijs

23,5°
Landijs

tussen 23,5° N.B. en 23,5° Z.B. 

Slide 17 - Drag question

Sleep de juiste kenmerken naar het juiste klimaat!
woestijn klimaat
tropisch klimaat
savanne klimaat
steppe klimaat
Het hele jaar bijna geen regen
Hier groeien bomen
bijna elke dag regen
Hier groeien geen bomen

Slide 18 - Drag question

polaire zone
gematigde zone
subtropen
tropische zone

Slide 19 - Drag question

1. De toendra is een landschap in de koude zone.
2. In de toendra komen bomen voor.
A
Bewering 1 en 2 zijn beide juist
B
Bewering 1 en 2 zijn beide fout.
C
Bewering 1 is juist en 2 is fout
D
Bewering 1 is fout en 2 is juist

Slide 20 - Quiz

1. permafrost is altijd bevroren bodem in de tropen
2. permafrost komt ook in Nederland voor (in de winter)
A
1 en 2 zijn beide juist
B
1 is juist 2 is fout
C
1 is fout en 2 is juist
D
1 en 2 zijn beide fout

Slide 21 - Quiz

Tekst
Naaldbomengordel
Boomgrens
Loofbomengordel
Eeuwige sneeuw
Rotsgordel
Alpenweide

Slide 22 - Drag question