H2 TH1 REP par 1-2-3-4: Grote natuurlandschappen op aarde

Herhalen 
 H2: landschappen op aarde

Oefenen voor de toets :-)
1 / 27
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Herhalen 
 H2: landschappen op aarde

Oefenen voor de toets :-)

Slide 1 - Slide

Hoe worden de verschillende lagen planten en bomen van het Tropisch Regenwoud genoemd?
A
Verdiepingen
B
Vloeren
C
Etages
D
Repen

Slide 2 - Quiz

a Noteer twee natuurlijke hulpbronnen uit het tropische bos. Hout mag je niet meer noemen.
b Houtwinning is een reden voor het verdwijnen van het tropische bos. Geef nog twee redenen.

Slide 3 - Open question

Welke uitspraken zijn juist? Noteer alleen de juiste letters.
A In de tropen staat de zon midden op de dag heel hoog.
B Schuine zonnestralen geven meer warmte dan rechte zonnestralen.
C De breedteligging is van grote invloed op de temperatuur.
D De poolstreken liggen op lage breedte, omdat de zon schuin invalt.

Slide 4 - Open question

4 tot 6 mnd droge tijd
Steppe
neerslag < 250 mm/jaar
etages
7 mnd droog
lage biodiversiteit
Natte zomer, droge winter
Hoge biodiversiteit

Slide 5 - Drag question

Sleep de onderdelen naar de juiste plek in de afbeelding.
Neerslag 
Temperatuur
Locatie
Maand

Slide 6 - Drag question

a. Noteer waarom het herbebossen van het regenwoud zo belangrijk is.
b. Noteer wat duurzaamheid betekent.

Slide 7 - Open question

Zet de volgende landschapszones in de juiste volgorde, van nat naar droog.
savanne – woestijn – tropisch regenwoud – steppe

Slide 8 - Open question

Welke uitspraken zijn juist? Noteer alleen de juiste letters.
A De toendra ligt op hoge breedte.
B De taiga ligt in de poolstreken.
C Gebieden rondom de evenaar liggen op lage breedte.
D Nederland ligt in de gematigde zone.

Slide 9 - Open question

a Waarom liggen de dichtbevolkte gebieden in Zwitserland in het noorden van het land?
b Waarom komen toeristen in de zomer naar de Alpen?
c. en in de winter ?

Slide 10 - Open question

1 taiga
2 loofbossen
3 landijs, drijfijs en pakijs
4 toendra

Welke landschapszones ( kies uit 1 t/m 4) vind je niet op Groenland?

Slide 11 - Open question

Maak de juiste combinaties.
Groenland

Noordelijke IJszee

ijsberg
tropen
keerkring
Pakijs
Drijfijs

23,5°
Landijs

tussen 23,5° N.B. en 23,5° Z.B. 

Slide 12 - Drag question

Sleep de juiste kenmerken naar het juiste klimaat!
woestijn klimaat
tropisch klimaat
savanne klimaat
steppe klimaat
Het hele jaar bijna geen regen
Hier groeien bomen
bijna elke dag regen
Hier groeien geen bomen

Slide 13 - Drag question

1. De toendra is een landschap in de koude zone.
2. In de toendra komen bomen voor.
A
Bewering 1 en 2 zijn beide juist
B
Bewering 1 en 2 zijn beide fout.
C
Bewering 1 is juist en 2 is fout
D
Bewering 1 is fout en 2 is juist

Slide 14 - Quiz

Sleep het juiste begrip naar de juiste afbeelding.
Pakijs
Drijfijs

Slide 15 - Drag question

Welke bewering is juist? Woestijnen liggen:
A vooral tussen 20° en 40° N.B. en Z.B.
B dicht bij de evenaar
C vooral boven de 40° N.B en Z.B.

Slide 16 - Open question

Wat hoort er NIET bij ?
Tropisch Regenwoud:
A
Altijd warm
B
Etages
C
Droge tijd april tot juli
D
Ontbossing

Slide 17 - Quiz

In landschappen op ongeveer 23° noorder- of zuiderbreedte valt
A
veel neerslag
B
weinig neerslag

Slide 18 - Quiz

Wat zijn inrichtingselementen?
A
Meubels in je huis
B
Huizen, wegen, leidingen, bruggen enz.
C
Oceanen, rivieren, bergen, woestijnen
D
Kaarten, legenda, atlas enz.

Slide 19 - Quiz

Welk deel van Australië is dichtbevolkt?
A
Het binnenland
B
Het westen
C
Het oosten
D
Het noorden

Slide 20 - Quiz

Sleep de onderdelen naar de juiste plek in de afbeelding.
Droog
Verdamping
Nat
Stijgingsregen
Droge lucht

Slide 21 - Drag question

Waar liggen de tropen ook alweer?
tussen...
A
10°N.B. en 10°Z.B.
B
13,5°N.B. en 13,5°Z.B.
C
17°N.B. en 17°Z.B.
D
23,5°N.B. en 23,5°Z.B.

Slide 22 - Quiz

Waarom is het koud op de noordpool?
A
De zonnestralen vallen schuin in en verwarmen een groot oppervlak
B
De zonnestralen vallen loodrecht, verwarmen een klein oppervlak
C
De zonnestralen leggen een lange weg af naar de polen
D
Ze zonnestralen leggen een korte weg af naar de polen

Slide 23 - Quiz


In de taiga groeien grassen, mossen en lage struikjes.
A
goed
B
fout

Slide 24 - Quiz

Zet de hoogtegordels op de juiste plaats in de tekening.
loofboomgordel
naaldboomgordel
alpenweiden
rotsgordel
eeuwige sneeuw

Slide 25 - Drag question

Welke hoogtegordel zie je op de foto?
A
Loofboomgordel
B
Rotsgordel
C
Naaldboomgordel
D
Alpenweide

Slide 26 - Quiz

Het toerisme in het Lötschental kent een dubbelseizoen. Welk schaalniveau past het beste bij deze uitspraak?
A
Lokaal
B
Regionaal
C
Nationaal
D
Internationaal

Slide 27 - Quiz