will vs be going to lj3


Week 4.6 
Periode 4
1 / 26
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson


Week 4.6 
Periode 4

Slide 1 - Slide

Planning
Lesdoelen: beheersen Will vs Be Going To, beheersen §3.2

1) Uitleg Will vs Be Going To
2) LessonUp opdracht maken
3) Woorden leren / Oefenen op slimstampen

Slide 2 - Slide

Will + hele werkwoord
1. Om een toekomstige voorspelling te maken zonder bewijs
I think it will rain tomorrow.
2. Om een beslissing op het moment van spreken te maken
Don't get up, I will open the door.
3. Om iets te beloven of verzoeken
Will you help me? 
Yes, I promise I will help you tomorrow.

+) Will + hele werkwoord
-) will not / won't + hele werkwoord
?) Will + onderwerp + hele werkwoord

Slide 3 - Slide

Be going to + hele werkwoord
1. Om een voorspelling te maken met bewijs
Look at those clouds, it's going to rain
Trump isn't going to win the election, he's not popular enough.
2. Om te praten over toekomstige plannen
I am going to play Xbox with my friends later.
He is going to get a new job.

+) Am / Is / Are + going to + hele werkwoord

-) Am not / isn't / aren't + hele werkwoord

?) Am / Is / Are + onderwerp + hele werkwoord

Slide 4 - Slide

Will vs be going to
Je moet kunnen herkennen wanneer je welke vorm nodig hebt en hoe je deze toe moet passen.

Lees de zin altijd aandachtig voordat je het werkwoord invult.

Bedenk goed wat je wilt zeggen voordat je een zin maakt.

Slide 5 - Slide

I will help you tomorrow.
A
voorspelling zonder bewijs
B
belofte
C
verzoek
D
beslissing op moment van spreken

Slide 6 - Quiz

He will probably win the elections
A
voorspelling zonder bewijs
B
belofte
C
verzoek
D
beslissing op moment van spreken

Slide 7 - Quiz

Don't get up, I'll get the door for you
A
voorspelling zonder bewijs
B
belofte
C
verzoek
D
beslissing op moment van spreken

Slide 8 - Quiz

Will you let me know if I have higher than a 6.0 for my test?
A
voorspelling zonder bewijs
B
belofte
C
verzoek
D
beslissing op moment van spreken

Slide 9 - Quiz

I think it will rain tomorrow.
A
voorspelling zonder bewijs
B
belofte
C
verzoek
D
beslissing op moment van spreken

Slide 10 - Quiz

The weatherman says it's going to rain tomorrow.
A
voorspelling met bewijs
B
toekomstig plan

Slide 11 - Quiz

What are you going to do for your birthday?
A
voorspelling met bewijs
B
toekomstig plan

Slide 12 - Quiz

He's going to pass his exams, he studied for months!
A
voorspelling met bewijs
B
toekomstig plan

Slide 13 - Quiz

I am going to meet my friends tomorrow.
A
voorspelling met bewijs
B
toekomstig plan

Slide 14 - Quiz

Exercise 1
Complete the sentences
Type only the sentences between ‘  ’

Slide 15 - Slide

Are you free tomorrow?
- Sorry. ‘I.......... (to study) for the exam.’

Slide 16 - Open question

She can't play with you.
‘She ......... (to have) a shower in a minute.’

Slide 17 - Open question

What ............(you / to do) if you win the lottery?

Slide 18 - Open question

I think I ......... (always / to love) that woman.

Slide 19 - Open question

‘I...........(to buy) some food.’
Do you want to come with me?

Slide 20 - Open question

Did you speak to Sara?
- Oh,no! I forgot!
‘I (to phone) her right now.’

Slide 21 - Open question

‘I (to drink) some water.’ So could I have a glass please?

Slide 22 - Open question

Look at those clouds! ‘it (to rain) soon.’

Slide 23 - Open question

Manchester (probably / to win) the match.

Slide 24 - Open question

complete the sentences
maak het werkblad dat over will vs. be going to gaat. 
maak de zinnen compleet door d juiste vormen van het werkwoord in te vullen. 

Slide 25 - Slide

Homework
leer voor de toets 

Slide 26 - Slide